NEDERLANDS
10.2 Beëindiging van de SOS-noodoproep
Om de oproep te beëindigen, moet de ontvanger "1" en vervolgens "9"
indrukken; daarmee wordt het alarmproces beëindigd. Als de ontvanger het
gesprek beëindigt door de hoorn neer te leggen (zonder de toetsen "1" en "9" in
te drukken), gaat het alarmproces door en belt de telefoon het volgende
alarmnummer.Als je een noodoproep wilt beëindigen, moet je de SOS-knop op
de telefoon indrukken of de SOS-knop op de afstandsbediening 3 seconden
ingedrukt houden. Als het eerste alarmnummer niet binnen een minuut reageert,
belt de telefoon automatisch andere noodnummers totdat er wordt opgenomen.
Als er geen alarmnummer is ingesteld, speelt de telefoon alleen een luid alarm
af gedurende 15 seconden.
10.3 Een alarmcontact toevoegen
Je kunt maximaal 5 noodnummers selecteren. Om deze nummers te
programmeren, moeten de contacten in het telefoonboek staan.
Informeer de personen die als noodcontact worden toegewezen, zodat zij
bekend zijn met de procedure voor het ontvangen en beëindigen van een SOS-
oproep.
Om een contact toe te voegen, selecteer je in het SOS-telefoonmenu NUMMER
OPSLAAN en druk je op OK / KIEZEN.
Gebruik het numerieke toetsenbord om het nummer in te voeren (tot 22 cijfers).
Als je een fout maakt, gebruik je de DEL-toets. Druk op OK / KIEZEN.
Gebruik het toetsenbord om de naam van het contact in te voeren (tot 16 tekens)
en druk op OK / KIEZEN. Het display toont "SOS UIT", druk op de toets of om
"SOS AAN" te selecteren. Druk op OK / KIEZEN.
Druk vervolgens op de toetsen of om de locatie te selecteren en druk op OK /
KIEZEN. Het contact wordt toegevoegd aan de lijst van noodnummers. Bij een
noodoproep wordt eerst het nummer onder "LOCATIE 1" gebeld en als laatste
het nummer onder "LOCATIE 5".
10.4 Een alarmcontact verwijderen
Om een SOS-contact te verwijderen, bewerk je het contact en selecteer je "SOS UIT".
Zie p. 17 voor het bewerken van een contact uit het telefoonboek.
14