N L
Controleer altijd eerst dat het apparaat niet
onder stroom staat en wacht op het afkoe-
len ervan alvorens met schoonmaakwerk-
zaamheden te beginnen.
Het wordt aangeraden het waterreservoir dagelijks
te spoelen en te vullen met vers water. Was elke dag
de afgiftetuit. Leeg en reinig elke twee/drie dagen
de lekbak of in ieder geval wanneer deze vol is. Ge-
bruik geen magnetron of traditionele oven om het
apparaat of onderdelen ervan te drogen. Gebruik
nooit alkalische schoonmaakmiddelen, oplos-
middelen, alcohol of agressieve stoffen. Dompel
het apparaat niet onder in water. Uitgezonderd
specifieke aanwijzingen moeten alle niet demon-
teerbare onderdelen (behalve de elektrische) van
het apparaat met koud of lauw water en doeken
of niet schurende sponzen worden gewassen.
HANDMATIGE REINIGING MIXERGROEP
Het apparaat heeft functies voor automatische
reiniging van de mixergroep, deze is uit te voeren
middels het gelijktijdig drukken op de toetsen 1 en
4 gedurende ten minste 3 seconden. Het apparaat
is standaard geprogrammeerd om de gebruiker te
waarschuwen over de noodzaak elke 50 afgiften
het apparaat te wassen middels de volgende mel-
ding.
WASSEN MIXER
De automatische reiniging kan op elk moment wor-
den uitgevoerd door gelijktijdig te drukken op de
toetsen 1 en 4 gedurende ten minste 3 seconden.
Tijdens de automatische reiniging van de mixer
geeft het apparaat de volgende melding:
WASSEN MIXER
Volg voor handmatige reiniging van de mixergroep
de volgende procedure.
1
Schakel het apparaat uit.
2
Draai de sleutel om, open het bovenste deksel
en het luik voor oplosmiddelen.
Verwijder de oplosmiddelenhouder.
122
ONDERHOUD EN REINIGING
VEREIST
BEZIG
3
Verwijder het buisje uitgang vloeistoffen.
4
Deblokkeer de mixergroep door de afdichting-
ring tegen de klok in te draaien.
5
Haal de mixergroep uit het apparaat.