3 | Bediening
3.3.4
Instellingen voor andere systemen of toestellen
Wanneer er in de installatie andere systemen of toestellen geïnstalleerd
zijn, zijn er aanvullende menupunten beschikbaar. Afhankelijk van het toe-
gepaste systeem of apparaat en de daaraan gekoppelde modules of be-
standdelen kunnen verschillende instellingen worden uitgevoerd. Neem
de bijkomende informatie over de instellingen en functies in de technische
documentatie over het desbetreffende systeem of toestel in acht.
Instellingen voor een zwembassin
Menu: Zwemb.
Menupunt
Description
Zwembadverw.
Deze instelling activeert de zwembassinverwarming
insch.
zodra deze wordt ingeschakeld.
Zwembadtempe-
Het water in het zwembassin wordt op de hier inge-
ratuur
stelde temperatuur opgewarmd.
Bijverw.
Met deze instelling kan de bijverwarming warmte
zwemb.toelaten
voor het zwembassin beschikbaar stellen, wanneer
de warmtepomp de ingestelde temperatuur niet be-
reikt.
Tabel 14 Instellingen voor de zwembassinverwarming
Klokprogramma voor bijverwarming instellen
Dit menu is alleen beschikbaar, wanneer een bijverwarming in de instal-
latie is geïnstalleerd.
Menu: Klokprogr.bijverwarming
Menupunt
Description
Klokpr. Bijver-
Wanneer deze instelling is geactiveerd, mag de bij-
warming aan
verwarming alleen in de ingestelde periode [aan]
werken.
Mijn klokpro-
Instellen van het klokprogramma voor de bijverwar-
gramma
ming.
Klokprogr. reset-
Het klokprogramma wordt naar de fabrieksinstelling
ten
teruggezet.
Klokprogr. min
Onder deze buitentemperatuur is het klokprogram-
buitent.
ma uitgeschakeld en de bijverwarming kan te allen
tijde werken. Bij [uit] werkt het klokprogramma on-
afhankelijk van de buitentemperatuur.
Tabel 15 Instellingen van het klokprogramma voor de bijverwarming
Instellingen voor hybride systemen
Dit menu is alleen beschikbaar, wanneer een hybride systeem is geïnstal-
leerd. Een dergelijk systeem heeft twee warmtebronnen: een warmte-
pomp en een separate conventionele gas- of stookolietoestel.
Afhankelijk van de actuele omstandigheden en de warmtevraag biedt de
warmtepomp of de conventionele warmtebron de meest gunstige ener-
gie-prijsverhouding. Aan de hand van deze verhouding beslist de rege-
laar, welke warmtebron wordt gebruikt.
De energieprijsverhouding moet regelmatig aan de actuele prijzen wor-
den aangepast.
Deze wordt met de volgende formules berekend:
• Verhouding bij gasgestookt bedrijf = (stroomkosten per kWh/gaskos-
ten per kWh) x verwarmingsfactor van het cv-toestel
• Verhouding bij oliegestookt bedrijf = (stroomkosten per kWh/oliekos-
ten per kWh) x verwarmingsfactor van het cv-toestel
Voorbeeld:
• Stroomkosten = 24 cent/kWh
• Gaskosten = 80 ct/m3. (1 m3 gas = 9.7 kWh)
• Verwarmingsfactor van het cv-toestel = 0,902
• Energieprijs-verhouding = (24/8) x 0,902 = 2,7
Verwarmingsfactor van het cv-toestel (rendement van het cv-toestel)
moet op het geïnstalleerde toestel worden aangepast (gebruiksin-
structie van het toestel).
16
Menu: Hybride systeem
Menupunt
Description
Energie-prijsver-
Berekende energieprijs-verhouding invoeren.
houding
Tabel 16 Instellingen voor hybride systemen
Instellingen voor de Smart Grid
Dit menu is alleen beschikbaar, wanneer een Smart Grid-systeem is
geïnstalleerd.
Wanneer Smart Grid-energie beschikbaar is en een buffervat is geïnstal-
leerd en alle cv-groepen een mengklep hebben, wordt het buffervat op
de maximale temperatuur van de warmtepomp opgewarmd.
Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Verw.
De in Smart Grid beschikbare energie wordt voor verwarmen ge-
bruikt, wanneer de installatie zich in cv-bedrijf bevindt.
[Keuzeverhoging]: 0...5 °C
Instellen, met hoeveel de kamertemperatuur kan worden verhoogd.
[Dwangmatige verhoging]: 2...5 °C
Instellen, hoe hoog de geforceerde kamertemperatuurverhoging
moet zijn.
Warm water De in Smart Grid beschikbare energie wordt voor warmwater-
voorziening gebruikt.
[Keuzeverhoging]: [Ja] | [Nee]
: Wanneer dit punt is geactiveerd, wordt het warm water op de
voor de bedrijfsmodus warm water ingestelde temperatuur ver-
warmd [Altijd aan - Warmw. comfort]. Wanneer het vakantiepro-
gramma actief is, volgt geen verwarming.
Tabel 17 Instellingen in het menu Smart Grid
Instellingen voor fotovoltaïsche systemen
In dit menu worden de instellingen voor het zonnesysteem (PV) uitge-
voerd. Hier wordt gekozen, of de beschikbare energie voor Verw. of
Warm water moet worden gebruikt.
Wanneer zonne-energie beschikbaar is en een buffervat is geïnstalleerd
en alle cv-groepen een mengklep hebben, wordt het buffervat op de
maximale temperatuur van de warmtepomp opgewarmd.
Menu: Fotovoltaïsche installatie
Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Verhoging
De in het zonnesysteem beschikbare energie wordt voor verwar-
verwarmen
ming gebruikt, wanneer de installatie zich in verwarmingsbedrijf
bevindt.
Stel in, met hoeveel de kamertemperatuur kan worden verhoogd
[0...5] °C.
Verhoging
De in het zonnesysteem beschikbare energie wordt voor de warm-
warmwater
watervoorziening gebruikt.
[Ja] | [Nee]
Wanneer dit punt is geactiveerd, wordt het warm water op de voor
de bedrijfsmodus warm water ingestelde temperatuur verwarmd
[Altijd aan - Warmw. comfort]. Wanneer het vakantieprogramma
actief is, volgt geen verwarming.
Verlaging
De in het zonnesysteem beschikbare energie wordt voor koeling
koeling
gebruikt, wanneer de installatie zich in koelmodus bevindt.
Stel in, met hoeveel de kamertemperatuur kan worden verlaagd [-
5...0] °C.
Koelen allen
De koelmodus wordt alleen geactiveerd wanneer energie in het
m PV
zonnesysteem beschikbaar is.
[Ja] | [Nee]
Wanneer dit punt is geactiveerd, wordt de kamertemperatuur op
de voor het koelbedrijf ingestelde temperatuur verlaagd. Wan-
neer het vakantieprogramma actief is, volgt geen koeling.
Tabel 18 Instellingen in het menu zonnesysteemgegevens
EnviLine A/W IDU Monoblock B • 6721825524 (2022/01)