Hoofdstuk 7.0 Probleemoplossing
7.0 Probleemoplossing
Het kan af en toe voorkomen dat u een probleem hebt met het bedieningspaneel voor uw alarm of
met de telefoonlijn. Als dit gebeurt, zal uw bedieningspaneel voor het alarm het probleem
identificeren en een foutmelding weergeven. Raadpleeg de meegeleverde lijst wanneer u een
foutmelding op het scherm ziet. Als u extra hulp nodig hebt, neem dan voor onderhoud contact op
met uw distributeur.
Opmerking: Er bevinden zich in deze apparatuur geen onderdelen die door de eindgebruiker
kunnen worden vervangen, behalve de batterijen van het toetsenpaneel. Voer gebruikte batterijen af
in overeenstemming met de plaatselijke regels en voorschriften.
Fouttoestanden
Wanneer er een fouttoestand optreedt, identificeert uw alarmsysteem het probleem en wordt er een
foutbericht weergegeven. Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer u een foutbericht op het
beeldscherm ziet. Als u extra hulp nodig hebt, neem dan voor onderhoud contact op met uw
distributeur.
Als het systeem een probleemtoestand detecteert, gebeurt het volgende:
Het probleemindicatielampje gaat aan.
l
Het toetsenpaneel piept elke 10 seconden eenmaal. Druk op de toets [*] om het piepen van
l
het toetsenpaneel te stoppen.
Druk op [*][2] om de problemen te onderzoeken. Bij het bekijken van problemen knippert het
probleemindicatielampje, om het niveau van de bekeken problemen aan te geven. Een keer
knipperen = niveau 1, twee keer knipperen = niveau 2 enz.
Het inschakelen van uw systeem kan worden belemmerd door een probleem. Voer om deze toestand
op te heffen [*][2] in, scroll naar Alle problemen erkennen en druk vervolgens op [*] of voer 999
in.
- 17 -