Hoofdstuk 6.0 Typen toegangscodes
6.2 Inbraakverificatie
Het PowerSeries Pro-systeem bevat overschrijdings- en volgordedetectiefuncties die in twee of
meer zones geactiveerd moeten worden, binnen een bepaalde tijd, om een bevestigd alarm en een
directe politiereactie te genereren.
Opmerking: Deze functie moet door uw installateur worden ingeschakeld en geconfigureerd.
6.3 Slinger uitschakelen
Het bedieningspaneel heeft een swingerafsluitfunctie die, indien geactiveerd, na een
programmeerbaar aantal activeringen de zone zal afsluiten. Alle inbraakzonetypen hebben deze
functie geactiveerd in CP-01-installaties.
Opmerking: Deze functie moet door de installateur worden ingeschakeld en geconfigureerd.
6.4 Wachtstand gesprek
Het PowerSeries Pro-systeem bevat een programmeerbare optie om een gesprek in de wacht te
zetten, om te voorkomen dat een gesprek de lijn bezet houdt waardoor het verificatieproces van het
alarm wordt verstoord. Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Opmerking: Deze functie moet door uw installateur worden ingeschakeld en geconfigureerd.
6.5 Brandalarmverificatie
Brandalarmverificatie is een beschikbare optie voor brandzones. Indien alarmverificatie is
ingeschakeld en er aan de omstandigheden van de alarmverificatie wordt voldaan, hoort u een
brandalarm en er wordt een alarm verzonden naar het bewakingsstation.
Opmerking: Deze functie moet door uw installateur worden ingeschakeld en geconfigureerd.
6.6 Systeemblokkering vanwege ongeldige pogingen
Als er te veel ongeldige toegangscodes zijn ingevoerd, kan uw systeem worden geconfigureerd om
automatisch invoer van alle toetsenpanelen, draadloze sleutels en proximitytags te vergrendelen.
Wacht als dit gebeurt de geprogrammeerde duur en probeer het dan nogmaals.
Wanneer het systeem is vergrendeld, wordt het volgende bericht weergegeven.
Opmerking: Deze functie en de blokkeringsduur moet door de installateur worden geconfigureerd.
De toetsen voor Brand, Medisch en Paniek zijn nog actief tijdens een systeemblokkering.
6.7 Gebruikerslabels
Toevoegen of bewerken van labels wordt gedaan met behulp van een vooraf geprogrammeerde
woordbibliotheek. In de woordenbibliotheek wordt de volledige bibliotheek en de bijbehorende
driecijferige code weergegeven.
Een gebruikerslabel aanpassen via de woordenbibliotheek
1.
Druk vanaf de toepasselijke gebruiker op [3] of gebruik de scrolltoetsen om naar
Gebruikerslabels te bladeren en druk op [*].
2.
Druk op [*] [*] om naar de woordenbibliotheek te gaan.
3.
Gebruik de scrolltoetsen om de lijst met woorden te bekijken of voer het 3-cijferige nummer
in om het gewenste woord weer te geven. Druk op [*] om het woord te selecteren.
4.
Herhaal stap 3 om een nieuw woord in te voeren.
- 15 -