Vertaling van de Duitse
Besturingselektronica
De DCV-klep moet door de gebruiker met een daar-
voor geschikte besturing worden aangedreven,
De elektrische aansluiting van de klep vindt plaats
via gescheiden leidingen voor magneten resp. Po-
sitiecontrole.
Magneetaansluiting
Voor de aansluiting is voor iedere magneet een lei-
dingcontact 2 + PE conform EN 175301-803 nodig.
Aansluiting van het leidingcontact
Magneetspoel
Magneetaansluiting klepelektronica
2
1
Magneetaansluiting klepelektronica
De leidingcontacten voor de magneten
van de DCV-kleppen moeten afzonderlijk
worden besteld.
Leverbare uitvoering
Schroefdraad Kleur
PG9
grijs
PG9
zwart
PG11
grijs
PG11
zwart
10
De aansluitkabel dient aan de volgende specifica-
ties te voldoen:
Type kabel
Doorsnee
Buitendiameter
Kabellengte
MSG11-5715-662 DCV NL.indd 20.07.22
Directgestuurde en voorgestuurde verdeelkleppen
Serie D1VW / D1DW / D3W / D3DW / D31DW / D41VW / D81VW / D91VW
Beschermingsaarde
Opdruk Bestelnummer
A
5001711
B
5001710
A
5001717
B
5001716
41
Ø30,5
flexibele stuurkabel 3-aderig
min. 1,5 mm²
PG9:
4,5...7 mm
PG11:
6...9 mm
max. 50 m
Bij leidinglengten van meer dan 50 m con-
tact opnemen met de contactpersoon.
Het montageoppervlak van de klep moet pro-
bleemloos met het geaarde machineframe
worden verbonden. Aardleiders en leiding-
afscherming moeten in de schakelkast met
beschermaarde worden verbonden.
De aansluitleiding wordt via een schroefaanslui-
ting met het leidingcontact verbonden. De beves-
tigingsschroef van de leidinginvoering moet met
het geschikte gereedschap worden aangehaald.
Onvolledig aanhalen van de schroefver-
bindingen kan leiden tot het zelfstandig
losraken van de steekverbinding en de
dichtheid beïnvloeden.
Bij gebruik van leidingcontacten van
andere fabrikanten moet rekening wor-
den gehouden met de desbetreffende
verwerkingsvoorschriften!
Kortsluiting tussen individuele aderen,
slechte verwerking en ondeskundige
verbinding van de afscherming kunnen
leiden tot functiestoringen en uitval van
klep en besturingselektronica.
Sensoraansluiting
Zie "Technische gegevens" hoofdstuk 16. (Positie-
controleschakelaar).
Magneetkeuze
De keuze van de geschikte bedieningsmagneet is
belangrijk voor de bedrijfszekerheid van de klep.
Diverse klepmodellen zijn met meerdere opties
betreffende de magneetspanning leverbaar. Is de
magneetaanpassing door parameterkeuze in de
besturingselektronica mogelijk, dan moet de pas-
sende magneetoptie worden gekozen,
Instructie bij gebruik van de klep met
bedieningsmagneten:
De stroomsterkte wordt minder bij verwar-
ming van de magneet. De vermindering van
de stroomsterkte heeft echter geen invloed
op het functioneren van de klep, als de
vooraf gegeven spanning onmiddellijk op
de klep wordt gehandhaafd (zie Technische
gegevens).
Noodhandbediening op magneet, indien
aanwezig, alleen in werking stellen met
het geschikte gereedschap.
5
Parker Hannifin Corporation