IM10 Inhoud Algemene mededelingen voor de gebruiker Betekenis van de gebruiksaanwijzing Plicht van de exploitant Auteursrecht Het typeplaatje Observatie producten Garantie Aanpassingen en veranderingen Veiligheid Algemene veiligheidsvoorschriften Gebruik overeenkomstig de bestemming Bedieningspersoneel Transport Productomschrijving Montage Algemeen Mechanisch Pneumatische aansluiting...
Alle ventieleilanden IM10 zijn in het kader van ISO 9000 van een typeplaatje voorzien dat aan een ventieleiland IM10 gebonden is. Het type-aanduidingsplaatje mag in geen geval verwijderd of beschadigd worden.
4.3 Bedieningspersoneel De ventieleilanden IM10 zijn geconstrueerd volgens de huidige stand van de techniek en de erkende veiligheids-technische regels. Desondanks kan er bij het gebruik gevaar optreden. Daarom mogen de apparaten alleen door deskundig en geschoold personeel worden gemonteerd en bediend, en mogen ze alleen volgens de voorschriften worden gebruikt.
Bronnen van gevaar die tussen producten van Parker-Origa en installaties van de klant ontstaan, dienen door de exploitant uit de weg te worden geruimd of te worden beveiligd.
7.4 Elektrische aansluiting Aansluitmogelijkheden aan de voorzijde voor de aansluiting met een 25-polige sub- D-aansluiting. Maximaal 18 magneetventielen (monostabiel) en 11 magneetventielen (bistabiel) mogelijk. De pinnen 16 tot 22 zijn naar keuze te gebruiken voor de rechtse en linkse aansluitzijde. Elektrische aansluiting volgens onderstaand aansluitschema.
• bevinden. Het ventieleiland IM10 moet eerst op geringe druk aangesloten worden, om na te gaan of er gevaarlijke zones bestaan. Mocht dit wel het gaval zijn, dan dienen deze onmiddellijk uit de gevaarlijke zones weg te worden geruimd.
Technische gegevens Ventieleiland IM10 Specificatie Symbool Eenheid Omschrijving Spanning Gelijkspanning Omgevingstemperatuur °C -5 bis +50 min / max Nominale spanning 24, 12 ± 10% Inschakelcapaciteit VA (W) 1,1 biji U Houdvermogen VA (W) 1,1 bij U Rel. inschakelduur Veiligheidsklasse IP65 volgens DIN40050 *) F (155°...
10.1 Reiniging Het ventieleiland IM10 dient altijd vrij van vuil te worden gehouden; dat geldt vooral voor het oppervlak van de magneten en pilootventielen. Voor het reinigen mogen alleen materiaalvriendelijke middelen worden gebruikt.
Het is verboden, het/de ventieleiland(en) in gebruik te nemen totdat is vastgesteld, dat de machine/in- stallatie, waarin het/de ventieleiland(en) ingebouwd moeten worden, voldoet aan de bepalingen van de EG-Machinerichtlijn. Voor de ventieleilanden IM10 is de EG-richtlijn inzake persluchtapparatuur niet van toepassing. Filderstadt, januari 2004 Plaats, datum Dr.