nl
NEDERLANDS
Zorg ervoor dat het slijpmiddel voor gebruik correct
aangebracht en bevestigd wordt, en laat het
gereedschap 60 seconden onbelast in een veilige
omgeving lopen en onmiddellijk stoppen, wanneer
aanzienlijke trillingen optreden of wanneer andere
gebreken vastgesteld worden. Wanneer deze
toestand zich voordoet, controleer de machine dan
om de oorzaak vast te stellen.
Zorg ervoor dat vonken die tijdens het gebruik
ontstaan geen gevaar veroorzaken, bijv. de
gebruiker of andere personen raken of ontvlambare
substanties laten ontsteken. Gevarenzones dienen
met moeilijk ontvlambare dekens afgedekt te
worden. Houd in zones met brandgevaar een
geschikt blusmiddel bij de hand.
Zorg er bij het werken onder stoffige omstandig-
heden voor dat de ventilatieopeningen vrij zijn.
Mocht het nodig zijn om het stof te verwijderen,
ontkoppel dan eerst het elektrisch gereedschap van
het elektriciteitsnet (gebruik niet-metalen voor-
werpen) en voorkom beschadiging van inwendige
delen.
Beschadigd, niet-rond resp. vibrerend gereed-
schap mag niet worden gebruikt.
Werk uit veiligheidsoverwegingen altijd met een
gemonteerd rubbermanchet (4).
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het
apparaat instelt, ombouwt, reinigt of er onderhoud
aan pleegt.
Bij de bewerking, met name van
metaal, kan zich geleidende stof in
de machine afzetten. Hierdoor kan elektrische
energie overgaan op de machinebehuizing. Dit kan
tijdelijk het risico van een elektrische schok met zich
meebrengen. Daarom is het noodzakelijk om de
lopende machine zeer regelmatig en grondig door
de achterste ventilatiesleuven uit te blazen met
perslucht. Hierbij dient de machine stevig te worden
vastgehouden.
Het wordt aanbevolen om gebruik te maken van
een stationaire afzuiginrichting en een
aardlekschakelaar (FI) voor te schakelen. Wanneer
de machine door de FI-veiligheidsschakelaar wordt
uitgeschakeld, dient hij gecontroleerd en gereinigd
te worden. Motorreiniging zie hoofdstuk8.
Reiniging.
De stofbelasting verminderen:
WAARSCHUWING - Sommige stofdeeltjes
die worden geproduceerd bij het schuren,
zagen, slijpen, boren en ander werk bevatten
chemicaliën waarvan bekend is dat ze kanker,
geboorteafwijkingen of andere reproductieve
schade kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden
van deze chemicaliën zijn:
- lood van gelode verf,
- mineraalstof van bakstenen, cement en andere
metselwerkmaterialen, en
- arseen en chroom uit chemisch behandeld hout.
Het risico dat u hierbij loopt varieert, afhankelijk van
hoe vaak u met dit soort werk bezig bent. Om de
blootstelling aan deze chemicaliën te verminderen:
Werk in een goed geventileerde ruimte en werk met
goedgekeurde persoonlijke
beschermingsmiddelen zoals stofmaskers die
26
speciaal zijn ontwikkeld voor het filteren van
microscopische deeltjes.
Dit geldt ook voor stof van andere materialen, zoals
sommige houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof),
metalen, asbest. Andere bekende ziekten zijn
bijvoorbeeld allergische reacties, aandoeningen
van de luchtwegen. Laat geen stof in uw lichaam
komen.
Neem de richtlijnen en nationale voorschriften in
acht die van toepassing zijn op uw materiaal,
personeel, toepassing en locatie (bijv.
gezondheids- en veiligheidsvoorschriften,
verwijdering).
Verzamel de ontstane deeltjes op de plaats waar
deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in de
omgeving.
Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikt
toebehoor. Daardoor komen slechts weinig deeltjes
ongecontroleerd in de omgeving terecht.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
- de vrijkomende deeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de gebruiker
zelf of in de buurt aanwezige personen of op
neergeslagen stof te richten,
- een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
gebruiken,
- de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
- Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
5. Overzicht
Zie bladzijde 2.
1 Spantang
2 Spantangmoer
3 Spindel
4 Rubbermanchet *
5 Schakelschuif *
6 Hoofdhandgreep
7 Drukschakelaar *
8 Inschakelblokkering *
*afhankelijk van de uitvoering
6. Ingebruikneming
Controleer alvorens het apparaat in gebruik te
nemen of de op het typeplaatje aangegeven
netspanning en netfrequentie overeenkomen met
de gegevens van het elektriciteitsnet.
Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD)
met een max. schakelstroomsterkte van
30 mA voor de machine.