Schakelt het koelsysteem zonder herkenbare reden uit
ontoelaatbaar hoge procestemperaturen of elektrische stromen ten gevolge van te hoge
of te lage omgevingstemperaturen
onvoldoende luchtdoorvoer (ventilatierooster versteld, condensor verontreinigd)
er is een elektrische storing opgetreden.
Het lokaliseren van een storing door een deskundige is vereist, als het systeem afgekoeld was bij de
inbedrijfstelling (min. 10°C), de omgevingstemperaturen binnen de toelaatbare grenzen liggen en
de luchtdoorvoer in orde zijn.
In geval van brand
Koelsysteem uitschakelen en de brand bestrijden met koolzuur- of poederblusser.
Algemene aanwijzingen
Alleen invriezen voor het gebruiksdoeleinde beschreven in de gebruiksaanwijzing.
De luchtcirculatie niet belemmeren, d.w.z. het deksel tijdens het bedrijf niet sluiten en de
ventilatieopeningen niet verstellen, anders kan het invriesproces niet correct worden
uitgevoerd.
Koelslangen, koeltangen beschermen tegen beschadiging.
Het invriessysteem voor pijpen alleen in de inbouwpositie opslaan, transporteren en gebruiken.
Beschermen tegen stoten, sterke slingerbewegingen en vallen. Het systeem is geschikt voor
mobiel gebruik volgens klasse 7M2.
De plaats van opstelling moet droog en vrijwel stofvrij zijn.
Omvang van de levering, transport en opslag
Omvang van de levering:
Het invriessysteem voor pijpen ROFROST TURBO bestaat in essentie uit volgende onderdelen en toebehoren:
•
Elektrische koelsysteem bestaande uit:
Koelaggregaat met behuizing, handvat, deksel, kunststofinleg als houder voor verloopbussen,
uitschakelaar en netsnoer.
2 Koelslangen met koeltangen (verdampersysteem) en klembouten met geïntegreerde
thermometer
•
Verloopbussen als set (speciale maten op aanvraag)
•
1 Doos warmtegeleidingspasta
Transport en opslag:
Koelslangen met de koeltangen en de verloopbussen opbergen in de draagbare behuizing.
Uitsluitend in een droog en stofvrij vertrek opslaan in een temperatuurbereik van –10°C tot 35°C in
inbouwpositie (dus staande)
Beschermen tegen stoten en trillingen.
Inbedrijfstelling, gebruik en wisselen van het gereedschap
Inbedrijfstelling:
Vóór de inbedrijfstelling moet het apparaat (invriessysteem ROFROST TURBO) een normale temperatuur
hebben, d.w.z. kamertemperatuur hebben aangenomen (+10°C tot max. 32°C).
De verwarmingskringloop, waarvan de buisleidingen door een ijsprop moet worden onderbroken,
uitschakelen. Verwarming en pomp tijdig uitschakelen, om de waterdoorvoer te stoppen.
Het invriessysteem dusdanig plaatsen, dat de ventilatormotor van het apparaat niet de in te vriezen
pijpen aanblaast, omdat deze tegen warme lucht moeten worden beschermd.
De ingebouwde ventilator zuigt de lucht die nodig is voor de condensatie van het koelmiddel en voor de
koeling van de compressor aan de lengtezijde van het apparaat aan en drukt deze aan de bovenkant weer
naar buiten.
40
NEDERLANDS