REINIGING EN ONDERHOUD VAN HET FORNUIS
De zorg waarmee de gebruiker het fornuis
reinigt en onderhoudt, heeft een belangrijke
invloed op zijn levensduur en probleemloze
werking.
Voor de reiniging moet de oven uitge-
schakeld worden. Let er hierbij op dat alle
draaiknopen in de stand ""/"0" staan.
De oven mag pas gereinigd worden als
hij afgekoeld is.
De kookplaten
Vuil van bij voorbeeld verbrande restjes van
gerechten moet van de kookplaat worden
verwijderd met een zachte doek of sponsje
(het zwarte oppervlak van de kookplaten mag
met niets worden gewassen of geschuurd).
De decoratieve vernikkelde ringen moeten
worden gewassen met een afwasmiddel of
een zacht schuurmiddel. Het oppervlak van
de kookplaten moet af en toe worden inge-
wreven met vaselineolie (van naaimachines)
of met siliconenolie. Hiertoe mogen absoluut
geen dierlijke of plantaardige vetstoffen, zoals
boter, smout, olie enz., worden gebruikt.
De geëmailleerde werkplaat moet worden
gereinigd met warm water en een kleine hoe-
veelheid afwasmiddel. Indien de werkplaat
erg vervuild is, kan het vuil verwijderd worden
met een zacht schuurmiddel.
Oven
De oven moet na elk gebruik gereinigd
worden. Bij de reiniging moet de verlich-
ting aangeschakeld worden, zodat u beter
de werkruimte ziet.
De kamer van de oven mag enkel met
warm water met een beetje afwasmiddel
gereinigd worden.
Stoomreiniging – Steam Clean:
- giet 0,25l water (1 glas) in een kommetje
dat u op het eerste niveau van onder in de
oven plaatst,
- sluit de deur van de oven,
- stel de temperatuurknop in op stand 50ºC,
en de functieknop op de functie verwar-
mingselement onderaan,
- warm de ovenkamer ongeveer 30 minuten
op,
- open de deur van de oven, reinig de
binnenkant van de oven met een doek of
sponsje en was de oven daarna uit met
warm water met afwasmiddel.
Wrijf na het wassen de ovenkamer
droog.
Opgelet!
Gebruik geen schurende reinigings-
middelen voor het reinigen en onder-
houden van de glazen voorzijde.
42