3.
Leg het slanguiteinde van de carteroliepomp in een geschikte bak en pomp alle carterolie uit het
carter.
a -
carteroliepomp
b -
slang carteroliepomp
4.
Verwijder de carteroliepomp.
5.
Zet een bak onder het oliefilter.
6.
Haal het oliefilter van de adapter en gooi het oude oliefilter en de oude afdichtring weg.
7.
Breng een laagje verse motorolie aan op de afdichtring van het nieuwe filter en installeer de nieuwe
afdichting en het filter.
ONDERHOUD
a
56
b
10460
nld