Samenvatting van Inhoud voor Mercury SmartCraft
- Pagina 1 Bedieningshandleiding IN DEZE HANDLEIDING VINDT U DE VOOR UW BOOT VERKRIJGBARE SMARTCRAFT METERS 2003, Mercury Marine 90-10229B23 203...
-
Pagina 3: Productidentificatie
PRODUCTIDENTIFICATIE Voor boten met SmartCraft meters kunt u naar de beschrijvingen hieronder kijken om het systeem in de boot te identificeren. Lees over het SmartCraft systeem om het optimaal te gebruiken. Monitor softwareversie 2.00 en 3.00 OPMERKING: De softwareversie verschijnt bij het opstarten even op... -
Pagina 5: Inhoudsopgave
Monitor met softwareversie 2.00 en 3.00 is compatibel met: Mercury buitenboordmotormodellen vanaf 2002 die voor gebruik met SmartCraft zijn ontworpen. Alle Mercury MerCruiser modellen die voor gebruik met Smartcraft zijn ontworpen. -
Pagina 7: Legenda
VERSIE 2.00–3.00 Legenda Motor Brandstof Watertemperatuur Waterdruk Olie Alarm... -
Pagina 8: Werking
VERSIE 2.00–3.00 Werking Deze monitor is een LCD displaymeter voor meerdere functies. Een verscheidenheid aan displays kan worden geactiveerd met behulp van de knop Als u op de knop drukt, doorloopt u de volgende displays: verbruikte brandstof, toerenteller (tpm), brandstofstroom, positie trimbekrachtiging, temperatuur van motor, waterdruk, accuspanning, vaarbereik (indien gekalibreerd) en waterdiepte (indien uitgerust met een... - Pagina 9 VERSIE 2.00–3.00 Eerste opstarten (of na master reset) Foutmeldingen eerste automatische detectie: Knipperend “Stbd” – Meer dan een van de computers van de motor (ECM’s) zijn stuurboordmotor geconfigureerd. De motoren moeten voor de juiste motorlocatie worden geprogrammeerd met behulp van een Quicksilver diagnoseapparatuur.
-
Pagina 10: Master Reset
VERSIE 2.00–3.00 Master Reset U kunt de meter op de in de fabriek vooringestelde waarden terugstellen met het commando Master Reset. BELANGRIJK: Als u Master Reset uitvoert, wordt de eenheid op alle standaardinstellingen van de fabriek teruggesteld, waardoor eventuele installatiekalibraties die tijdens het instellen van het product zijn uitgevoerd, verdwijnen. -
Pagina 11: Standaard Informatiedisplayschermen
VERSIE 2.00–3.00 Standaard informatiedisplayschermen OPMERKING:In deze handleiding staan alle monitordisplayschermen die beschikbaar zijn. Afhankelijk van het type van uw motor zijn niet al deze schermen van toepassing. Opstarten Tijdens het opstarten geeft een scherm even seconde) huidige softwareversie van de monitor weer, gevolgd door een display van 4 Softwareversie Motoruren... - Pagina 12 VERSIE 2.00–3.00 Standaard informatiedisplayschermen Trimpositie TRIM Geeft trimpositie voortstuwingseenheid tot de maximale trimpositie weer en geeft vervolgens de trailerstand weer. 0 = omlaag, 10 = volledige trim 25 = volledig opgeklapt OPMERKING: Dit scherm kan zo worden ingesteld dat het steeds verschijnt wanneer de trimschakelaar wordt gebruikt.
- Pagina 13 VERSIE 2.00–3.00 Standaard informatiedisplayschermen Oliedruk Geeft de motoroliedruk in psi of bar weer. Accuspanning Geeft het spanningsniveau (conditie) van de accu weer. Volt Range Bereik Geeft het geschatte bereik weer op grond huidige brandstofverbruik en de brandstof die Miles nog in de op het systeem aangesloten tank zit.
-
Pagina 14: Alarm Ondiep Water
VERSIE 2.00–3.00 Standaard informatiedisplayschermen Waterdiepte Depth Geeft waterdiepte onder overdrachtzender weer, indien aangesloten. OPMERKING: Dit scherm werkt alleen diepte–overdrachtzender (aparte gekocht) op het systeem is aan- gesloten. Alarm ondiep water U kunt een alarm zodanig instellen dat het afgaat wanneer de boot in water vaart dat minder diep is dan het alarmniveau. -
Pagina 15: Waarschuwingssysteem
VERSIE 2.00–3.00 Waarschuwingssysteem Wanneer een probleem met de motor wordt gedetecteerd, waarschuwen de waarschuwingsdisplayschermen de bestuurder voor het mogelijke probleem. Raadpleeg de Bedienings– en onderhoudshandleiding van de motor voor de uitleg van het probleem en wat u eraan moet doen. Als het probleem onmiddellijke motorschade kan veroorzaken, reageert het motorbewakingssysteem op het probleem door het motorvermogen te beperken. - Pagina 16 VERSIE 2.00–3.00 Waarschuwingsdisplayschermen BELANGRIJK: Raadpleeg Bedienings– onderhoudshandleiding van de motor voor nadere uitleg van het probleem en wat u eraan moet doen. Water in brandstof De pictogrammen Bel en Brandstof verschijnen. Water in het waterschei- dende brandstoffilter heeft het volpeil bereikt.
-
Pagina 17: Kalibratie Cal 1
VERSIE 2.00–3.00 Kalibratie CAL 1 Displaykalibraties Cal 1: •(aan of uit) pop–up scherm Trim •Trimkalibratie •Engelse of metrische eenheden kiezen •Bereikeenheden kiezen •(Aan of uit) diepte, trim, motortemperatuur, oliedruk, olietemperatuur, waterdruk, spanning, motoruren en gegevenssimulatorpagina’s. 1. Draai de contactsleutel naar de stand Aan. 2. -
Pagina 18: Kalibratie Cal 2
VERSIE 2.00–3.00 Kalibratie CAL 1 Trimsensor Trim Instelling 0.0 (Volledig in–getrimde stand) 1. Het woord “Trim” en de pijl Omlaag horen te knipperen. 2. Trim de eenheid naar de stand volledig Omlaag/In. 3. Druk op de knop om dit op te slaan. 4. - Pagina 19 VERSIE 2.00–3.00 Kalibratie CAL 1 Engels of metrisch SAE Engelse systeem Metrische systeem Kies of u de waarden in het SAE Engelse of metrische systeem wilt. 1. Druk op de knop om tussen eenheden te wisselen. 2. Druk op de knop om naar de volgende functie te gaan.
- Pagina 20 VERSIE 2.00–3.00 Kalibratie CAL 1 Koelvloeistoftemperatuurdisplay (aan of uit) Kies wilt koelvloeistoftemperatuurscherm wordt weergegeven. 1. Druk op de knop om aan of uit te selecteren. 2. Druk op de knop om naar de volgende functie te gaan. Oliedrukdisplay (aan of uit) Kies of u wilt dat het oliedrukscherm wordt weergegeven.
- Pagina 21 VERSIE 2.00–3.00 Kalibratie CAL 1 Waterdrukdisplay (aan of uit) Kies of u wilt dat het waterdrukscherm wordt weergegeven. 1. Druk op de knop (MODUS) om naar de volgende functie te gaan. 2. Druk op de knop om naar de volgende functie te gaan. Accuspanningdisplay (aan of uit) Kies wilt...
- Pagina 22 Sensoringang pitotwaterdruk Selecteer de PSI–ingang van de pitotwaterdruksensor op de motor. OPMERKING: standaard snelheidsingang buitenboordmotor van de Mercury productie is 100 PSI. Bepaalde High Performance toepassingen kunnen een ingang van 200 PSI vereisen. 1. Druk op de knop om te selecteren.
- Pagina 23 De frequentie kan worden veranderd zodat deze overeenkomt met de eisen Miles van andere sensors. De frequentie van de door Mercury Marine geleverde schoepenwielsnelheidssensor is 4,9. Druk op de knop om dit op te slaan en naar de volgende functie te gaan.
- Pagina 24 VERSIE 2.00–3.00 Kalibratie CAL 2 Brandstoftank kalibreren ER ZIJN DRIE METHODEN OM DE FUNCTIE VOOR HET BEWAKEN VAN HET BRANDSTOFTANKPEIL IN TE STELLEN: Eerste: Doe niets. Lineaire waarde gebaseerd op onverwerkte sensorwaarden. Deze mode houdt geen rekening met onregelmatig gevormde tanks. Tweede: Door de standaardprocedure voor tankkalibratie te volgen, wat wordt gedaan zonder daadwerkelijk brandstof aan de tank toe te voegen.
- Pagina 25 VERSIE 2.00–3.00 Kalibratie CAL 2 Inhoud tank 1 (brandstof) instellen “t1” = tank 1 1. Druk op de knop (MODE) tot “t1” verschijnt. “t1” = tank 1. 2. Druk nogmaals op . Het woord “nee” en het pictogram Benzine verschijnen. OPMERKING:Het woord “no”...
- Pagina 26 VERSIE 2.00–3.00 Kalibratie CAL 2 Tank 1 kalibreren Zodra de inhouden zijn ingevoerd, moet u: Kiezen of u brandstoftank 1 “t1” wilt kalibreren. OPMERKING: De meter laat u de brandstoftank pas kalibreren wanneer de inhoud is ingevoerd. 1. Druk op de knop 1 = aan, 0 = uit te selecteren.
- Pagina 27 VERSIE 2.00–3.00 Kalibratie CAL 2 Tank 1 kalibreren – instelling 50% aangegeven hoeveelheid brandstof wordt toegevoegd, stijgt het brandstoftankpeil tot 50 procent. OPMERKING: De hoeveelheid “Toe te 50 procent Toe te voegen voegen brandstof” wordt bepaald door brandstof het ingevoerde getal voor brandstoftan- kinhoud 5.
- Pagina 28 VERSIE 2.00–3.00 Kalibratie CAL 2 Tank 2 kalibreren Kies of u tank 2 wilt kalibreren. OPMERKING: Tank 2 hoeft niet een brandstoftank te zijn. Het kan bijvoor- beeld een olietank vertegenwoordigen. OPMERKING: De meter laat u de tank pas kalibreren wanneer de inhoud is in- gevoerd.
- Pagina 29 VERSIE 2.00–3.00 Kalibratie CAL 2 Tank 2 kalibreren – instelling 25% aangegeven hoeveelheid brandstof wordt toegevoegd, stijgt het brandstoftankpeil tot 25 procent. OPMERKING: De hoeveelheid toe te Toe te voegen 25 procent voegen brandstof wordt bepaald door brandstof ingevoerde getal voor brandstoftankinhoud.
- Pagina 30 VERSIE 2.00–3.00 Kalibratie CAL 2 Tank 2 kalibreren – instelling 75% aangegeven hoeveelheid brandstof wordt toegevoegd, stijgt het brandstoftankpeil tot 75 procent. OPMERKING: De hoeveelheid toe te Toe te voegen 75 procent voegen brandstof wordt bepaald door brandstof het ingevoerde getal voor brandstoftan- kinhoud.
- Pagina 31 Afhankelijk van uw type motor zijn niet al deze schermen van toepassing. System Tach en Speedometer kunnen worden gebruikt met: Mercury buitenboordmotormodellen vanaf 2002 die voor gebruik met SmartCraft zijn ontworpen. Alle Mercury MerCruiser modellen die voor gebruik met Smartcraft zijn ontworpen.
-
Pagina 33: Werking En Functies
SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Toerenteller Snelheidsmeter Werking en functies Opstarten: Elke meter wordt ingeschakeld wanneer het contactslot naar de stand Aan wordt gedraaid. De meters blijven aan zo lang het contactslot in de stand Aan is. Verlichting: De helderheid en het contrast kunnen worden ingesteld. MODE Knoppen: De knop wordt gebruikt om schermen met informatie te... - Pagina 34 SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Werking en functies Digitaal–displayscherm: Geeft de volgende motorinformatie weer. Toerentellerdisplayscherm: Snelheidsmeterdisplayscherm: AFHANKELIJK VAN MOTORTYPE AFHANKELIJK VAN MOTORTYPE Motorinloopperiode Snelheid Motortemperatuur Verbruikte brandstof Psi olie COG (koers over grond)/SOG Trim en tpm (snelheid over grond) – als Trim en waterdruk GPS–invoer Waterdruk...
-
Pagina 35: Motorfunctie Voor Automatische Detectie
(bak– en stuurboord) bij de motor die gebruik maakt van motordiagnoseapparatuur van Mercury. “Master Reset” en “Automa- tische detectie” nogmaals. (Raadpleeg “Master Reset”) System Tach en Speed worden standaard geleverd met het “Engine Auto–detection Screen”... -
Pagina 36: Snelheidsmeterdisplayschermen
SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Snelheidsmeter Wordt vervolgd op de volgende pagina Snelheidsmeterdisplayschermen WELLICHT ZIJN NIET ALLE SCHERMEN VAN TOEPASSING OP UW MOTORTYPE. Wanneer het contactslot naar de stand Aan gedraaid wordt, laat de snelheidsmeter het laatste scherm zien dat werd weergegeven voordat het contactslot naar de stand Uit gedraaid werd. - Pagina 37 GPS (indien aangesloten) voor de hoge–snelheidsaflezingen. (Instelling voor overgangspunt zoals beschreven in Cal 2.) 10. Stuurhoek – Toont de relatieve stand van het stuursysteem. Alleen verkrijgbaar op Mercury MerCruiser modellen. Er moet een stuurhoek- sensor op de motor zijn geïnstalleerd.
-
Pagina 38: Toerentellerdisplayschermen
SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Toerenteller ° F WATER Toerentellerdisplayschermen WELLICHT ZIJN NIET ALLE SCHERMEN VAN TOEPASSING OP UW MOTORTYPE. Wanneer het contactslot naar de stand Aan gedraaid wordt, laat de snelheidsmeter het laatste scherm zien dat werd weergegeven voordat het contactslot naar de stand Uit gedraaid werd. - Pagina 39 SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Toerenteller VOLT 22.3 13.6 USED FUEL 22.0 3200 DEPTH FEET SPEED SEA TEMP 25 MPH Toerentellerdisplayschermen 7. Oliedruk – geeft de motoroliedruk in de eenheden psi of bar weer. 8. Accuspanning – geeft het spanningsniveau (conditie) van de accu weer.
-
Pagina 40: Regeling Voor Langzaam Varen
SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Snelheidsmeter Toerenteller TROLL TROLL TROLL TROLL – – Werkelijke snelheid Werkelijke snelheid Ingestelde snelheid Ingestelde snelheid Regeling voor langzaam varen Werking OPMERKING:De regeling voor langzaam varen is niet op alle motormodellen beschikbaar. OPMERKING:Het min/max–bereik van de regeling voor langzaam varen kan veranderen afhankelijk van het motortype. - Pagina 41 SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Toerenteller Snelheidsmeter TROLL TROLL TROLL – TROLL – Ingestelde snelheid Werkelijke snelheid Werkelijke snelheid Sngestelde snelheid Regeling voor langzaam varen Regeling voor langzaam varen instellen Terwijl de motor loopt, schakelt u de motor. Stel het motortoerental op stationair TROLL TROLL Druk op de knop...
-
Pagina 42: Waarschuwingssysteem
SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Waarschuwingssysteem Alarmwaarschuwingen – Wanneer een probleem wordt ontdekt, verschijnt de naam van het betreffende alarm op het display (a). Als het probleem onmiddellijke motorschade kan veroorzaken, reageert het motorbewakingssysteem (b) op het probleem door het motorvermogen te beperken. -
Pagina 43: Waarschuwingsdisplayschermen
SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Waarschuwingsdisplayschermen Wanneer een probleem met de motor wordt gedetecteerd, waarschuwen de waarschuwingsdisplayschermen de bestuurder voor het mogelijke probleem. Raadpleeg de Bedienings– en onderhoudshandleiding van de motor voor de uitleg van het probleem en wat u eraan moet doen. WAARSCHUWINGSDISPLAYSCHERMEN TOERENTELL SNELHEIDSME... - Pagina 44 SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Waarschuwingsdisplayschermen BELANGRIJK: Raadpleeg Bedienings– onderhoudshandleiding van de motor voor nadere uitleg van het probleem en wat u eraan moet doen. 1. OVERVERHIT – De motor is oververhit. 2. DRUK – De waterdruk in het koelsysteem is te laag. 3.
-
Pagina 45: Storing-Ontsteking
Verzeker u ervan met een DDT of Quicksilver diagnoseapparatuur dat beide ECM’s niet voor poortlocatie zijn geconfigureerd. 15. MEERDERE STUURBOORDMOTOREN – SmartCraft meters zien meerdere motoren als stuurboord. In toepassingen met meerdere motoren moet elke motor een plaats worden... - Pagina 46 SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Waarschuwingsdisplayschermen 17. OLIEDRUK – De oliedruk is te laag. 18. LOW FUEL LEVEL (TE LAAG BRANDSTOFPEIL) – Dit bericht dient als waarschuwing dat het brandstofpeil in de brandstoftank zeer laag is. U moet onmiddellijk stoppen om te tanken zodat u niet zonder brandstof komt te zitten.
-
Pagina 47: Snelkalibratie
SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Snelkalibratie Snelkalibratie – Deze kalibratie is voor het instellen van de verlichting en het contrast. TROLL MODE 1. Druk maximaal 2 seconden op de knoppen [LANGZAAM VAREN+] om het scherm Snelkalibratie te krijgen. MODE 2. Druk op om de kalibratieselecties te doorlopen. -
Pagina 48: Toerenteller Kalibreren Cal 2
SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Toerenteller kalibreren CAL 1 Als u edit (bewerken) kiest, kunt u de TRIM CALIBRATION meter tot de standaard trim van 0–10 eenheden en trailerstandschaal 11–25 [SKIP] [EDIT] kalibreren. TRIM FULL DOWN THEN PRESS PLUS BUTTON [DFLT] [SKIP] [SAVE] TRIM FULL UP THEN... - Pagina 49 SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Toerenteller kalibreren CAL 1 OIL TEMP SCREEN? Wilt olietemperatuurscherm inschakelen? [YES] [NO] [SAVE] OIL PRESS SCREEN? Wilt u het oliedrukscherm inschakelen? [YES] [NO] [SAVE] TRIM AND PSI SCREEN? Wilt gesplitste trim– waterdrukscherm inschakelen? [YES] [NO] [SAVE] WATER PSI SCREEN? Wilt waterdrukscherm...
- Pagina 50 [UP] [DOWN] [SAVE] Wilt u het dieptescherm inschakelen? DEPTH SCREEN? (Vergeet niet: Dit scherm werkt alleen als een SmartCraft diepte–overdracht- zender op het systeem is aangesloten) [NO] [SAVE] [YES] SIMULATOR MODE? Wilt u een simulatiemode inschakelen? (gebruikt voor demonstratiedoelein-...
- Pagina 51 SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Toerenteller kalibreren CAL 2 CAL 2 – Op dit kalibratieniveau kunt u de sensoringangen van het systeem configureren. OPMERKING:De schermen kunnen verschillen al naargelang de versie van de meter. TROLL MODE 1. Houd de knoppen ongeveer 10 seconden ingedrukt voor het scherm kalibratie2 (Cal 2).
- Pagina 52 SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Toerenteller kalibreren CAL 2 Hiermee kunt u de inhoud van de FUEL TANK CAPACITY brandstoftank van de boot invoeren. Deze optie is hetzelfde voor tank 1 en tank 2. [UP] [DOWN] [SAVE] Hiermee kunt u de mode invoeren CALIBRATION FUEL TANK waarmee u de brandstoftank kunt kalibreren.
- Pagina 53 SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Toerenteller kalibreren CAL 2 EXTERNAL SENSORS Met dit gedeelte kunt u de volgende externe sensoringangen in– uitschakelen. [EDIT] [SKIP] PITOT SENSOR? Is de boot met een pitotsensor uitgerust om de vaarsnelheid te meten? [YES] [NO] [SAVE] PADDLE SENSOR? Is de boot met een schoepenwiel uitgerust om de vaarsnelheid te meten?
- Pagina 54 SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Toerenteller kalibreren CAL 2 TROLL CONTROL? Staat de regeling voor langzaam varen op deze boot aan of uit? [NO] [SAVE] [YES] SPEED OPTION Met dit gedeelte kunt u de volgende toeren– snelheidssensors configureren. [SKIP] [EDIT] Selecteer type PITOT SENSOR? pitot–overdrachtzender.
- Pagina 55 SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Toerenteller kalibreren CAL 2 Hiermee kunt u elektronisch een DEPTH SENSOR OFFSET dieptecompensatie configureren. Als u een negatief getal invoert, verkrijgt u een waterlijncompensatie. Met een po- [UP] [DOWN] [SAVE] sitief getal verkrijgt u een kielcompen- satie.
-
Pagina 56: Snelheidsmeter Kalibreren Cal 1
SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Snelkalibratie Snelkalibratie – Deze kalibratie is voor het instellen van de verlichting en het contrast. TROLL MODE 1. Druk maximaal 2 seconden op de knoppen (LANGZAAM VAREN+) om het scherm Snelkalibratie te krijgen. MODE 2. Druk op om de kalibratieselecties te doorlopen. -
Pagina 57: Snelheidsmeter Kalibreren Cal 2
SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Snelheidsmeter kalibreren CAL 1 Pas de interne klok van de meter aan de CALIBRATION HOUR 12:00 AM plaatselijke tijd aan. Stel eerst de uren in en druk vervolgens op de knop MODE [SAVE] om de minuten in te stellen. [UP] [DOWN] DISPLAY UNITS... - Pagina 58 SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Snelkalibratie TRIP SCREEN? Wilt u het Trip Screen (tripscherm) inschakelen? [NO] [YES] [SAVE] FUEL MANAGE SCREEN? Wilt u het Fuel Manage Screen (scherm Brandstofbeheer) inschakelen? [NO] [YES] [SAVE] SIMULATOR MODE? Wilt u een simulatiemode inschakelen? (Gebruikt voor demonstratiedoelein- den) [SAVE] [YES]...
- Pagina 59 SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Snelheidsmeter kalibreren CAL 2 CAL 2 – Op dit kalibratieniveau kunt u de sensoringangen van het systeem configureren. OPMERKING:De schermen kunnen verschillen al naargelang de versie van de meter. TROLL MODE 1. Houd de knoppen ongeveer 10 seconden ingedrukt voor het scherm kalibratie 2 (Cal 2).
- Pagina 60 SYSTEM TACH EN SPEEDOMETER Snelheidsmeter kalibreren CAL 2 SEA TEMP Met dit scherm kunt u het display OFFSET = 0° F kalibreren watertemperatuursensor instellen. [SAVE] [DOWN] [UP] TROLL CONTROL? Staat de regeling voor langzaam varen op deze boot aan? [SAVE] [NO] [YES] WATER TEMPERATURE...