Er wordt aanbevolen de kanalen in niet verwarmde ruimtes te isoleren (zolder, kelder) om warmteverlies
te vermijden. Er wordt ook aanbevolen de toevoerluchtkanalen te isoleren indien de kast wordt gebruikt
voor het koelen van een ruimte.
Ronde luchtkanalen worden met zelftappende schroeven aan de kast bevestigd. Rechthoekige kanalen
worden gemonteerd met ensverbindingen. De verschillende posities van het luchtstroomkanaal zijn aan-
gegeven op de sticker op de LBK:
– inlaat buitenlucht
ODA
– lucht geleverd aan het gebouw
SUP
– lucht afgezogen uit het gebouw
ETA
– uitlaat buitenlucht
EHA
•
Kanalen die de kast verbinden met de buitenzijde van het gebouw moeten worden
geïsoleerd (isolatiedikte 50 – 100 mm) om condensvorming op koude oppervlakken
te voorkomen.
•
Luchtinlaat- en uitlaatkanalen moeten worden voorzien van luchtafsluitkleppen
(mechanische veerbekrachtigde of elektrische actuators) om de kast te beschermen
tegen blootstelling aan weersomstandigheden wanneer de kast is afgeschakeld.
•
Ten einde het geluid van de luchtverwarmingskast, dat via de kanalen de geventi-
leerde zones bereikt, te minimaliseren moeten geluidsdempers aan de kast worden
bevestigd.
•
Kanaaldelen moeten aparte beugels hebben en zo worden gemonteerd dat hun ge-
wicht niet wordt overgedragen op de kastbehuizing.
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Verso Standard_ installation manual_24-09
ODA
EHA
ETA
SUP
37