306
Gebruiksaanwijzigen
6 TRIGGERMODUS: De parameters op pagina 5 van het menu zullen actief zijn. 6 triggermodi werken
volgens de parameters op pagina 5.
U kunt de 6 triggerfunctie gebruiken om kraters te maken of om begin- en eindlasfouten te voorkomen.
Bronstroom : 200 A, Beginstroom: 200%, Eindstroom: 50% en Eindtijd : 2 seconden.
Voorbeeld;
In dit geval zal de startstroom 400 A zijn, wat 200% van de hoofdstroom is. De eindstroom zal 100 A zijn,
wat 50 procent van de hoofdstroom is.
• Houd de trigger van de toorts ingedrukt
Lasinitiatie en -beëindiging;
• De beschermgasstroom start voor de duur van de voorgastijd, gaat door met de startstroom
• De toortstrigger wordt losgelaten en de stroom neemt gedurende de ingestelde starttijd af om de
hoofdstroomwaarde te bereiken en de bewerking wordt voortgezet met de hoofdstroom.
• Houd de trigger nogmaals ingedrukt. De hoofdstroom wordt naar de eindstroom geschakeld. Het proces
gaat verder in de eindstroom.
NL
• Wanneer u het proces wilt beëindigen, laat u de trigger los, het proces eindigt aan het einde van de laatste
gastijd.
METHODE: In deze modus wordt naar puntlassen verwezen. Het lassen gaat door gedurende de opgegeven
lastijd en eindigt aan het einde van de lastijd. Als de opgegeven vrijgavetijd te lang is, wordt er niet gelast.
Deze periode duurt zolang de trigger niet wordt losgelaten.
Brontijd: 0,2 - 9,9 en blanco tijd: 0,0 - 9,9 seconden.
Dit verdient de voorkeur als het gewenst is om telkens dezelfde lasnaad en inbranding te verkrijgen. De
lassen die in de methodemodus worden gemaakt, zullen even lang zijn.
Wanneer de methode geselecteerd is, wordt de lastijd ingesteld.
b) LASDUUR
• 0.2 - 9.9 sec.
Afstelbereik
Wanneer de methode geselecteerd is, wordt de tijd ingesteld waarin niet gelast mag worden.
c) LAATTIJD
• 0.0 - 9.9 sec.
Afstelbereik
De snelheid van de draad bij aankomst wordt aangepast.
d) VOLUME AFSTELLING
• Actief / Passief
Afstelbereik
Op het eerste moment geeft de snelle draad de gebruiker het gevoel dat hij achteruit wordt geduwd. Als u de
klopinstelling activeert, komt de draad langzaam op gang en versnelt deze zodra de bron start. Dit elimineert
het gevoel van terugduwen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
PrG : Voorgastijd
: Beginstroom
: Starttijd
IC
: Lasstroom
ST
: Eindtijd
I
: Eindstroom
FT
PoG : Nagastijd
FC
EXPERT-SERIE
www.magmaweld.com