Brandgevaar!
Houd toezicht op de kookplaat als
deze in gebruik is!
Houdt u er rekening mee dat de op-
warmtijd bij inductiekookplaten veel
korter is dan bij gewone kookplaten.
Inschakelen
Tip de - sensortoets aan.
In de displays van alle kookzones ver-
schijnt . Voert u daarna geen waarden
in, dan wordt de kookplaat om veilig-
heidsredenen na enkele seconden weer
uitgeschakeld.
Vermogensstand instellen/wij-
zigen
Raak op het betreffende bedienings-
paneel de sensortoets van de ge-
wenste vermogensstand aan.
In het kookzonedisplay wordt de geko-
zen vermogensstand weergegeven.
Uitschakelen
Om een kookzone uit te schakelen,
raakt u de sensortoets 0 op het be-
treffende bedieningspaneel aan.
Om de kookplaat en daarmee alle
kookzones uit te schakelen raakt u de
sensortoets aan.
Restwarmte-indicatie
Als een kookzone warm is, brandt na
het uitschakelen de restwarmte-indica-
tie.
De streepjes van de restwarmte-indica-
tie verdwijnen één voor één als de
kookzone afkoelt. Het laatste streepje
verdwijnt als de kookzone zover is afge-
koeld dat u deze zonder gevaar kunt
aanraken.
Verbrandingsgevaar! Raak de
kookzone niet aan als de restwarm-
te-indicatie nog brandt.
Bediening
29