Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pompdown Met Een Kamerthermostaat (Niet Beschikbaar Op Zxde) - Copeland ZXME020E Gebruiksrichtlijnen

Voor buitenopstelling
Inhoudsopgave

Advertenties

Pompdown met een temperatuursensor (koelruimte temperatuur)".
Er zijn limieten die moeten gerespecteerd worden om de compressor te laten stoppen in zijn
werkingsgebied. Deze waarden kunt u terugvinden in Tabel 23 hieronder. Deze waarden zijn ook van
toepassing als er een pompdown is die wordt gestuurd door een extra lage drukschakelaar. Een werking
van de compressor buiten de aangegeven drukken in de tabel kan leiden tot het trippen van de interne
motor bescherming van de compressor (Klixon, fout code E28). De werkingsgebieden van de
compressoren zijn ook terug te vinden in de Select software,
Model
R134a
familie
ZXME
-20 °C = 0,3 bar rel
ZXLE
-
ZXDE
* Voor ZXME020E de limiet is -20 °C (1,35 bar rel)
Tabel 23: Minimum instellingen voor een pompdown
NOTA: ZXLE aggregaten hebben een additionele 5-seconden vertraging die in acht moet worden
genomen bij de pompdown functie.
NOTA: De waarden in Tabel 23 tonen de laagste zuiggastemperaturen / zuiggasdrukken van de
werkingsgebieden. Afhankelijk van de condensor temperatuur in het systeem kan het mogelijk zijn
dat deze waarden moeten worden aangepast zoals weergegeven in de werkingsgebieden die u
kunt vinden in Select.

2.15.3 Pompdown met een kamerthermostaat (niet beschikbaar op ZXDE)

Configureer de parameter C05 "Compressor regelingsensor selectie" tot 3 (Zuigdrukschakelaar/
kamerthermostaat). Verander ook de instelling van parameter G56 van "0" tot "1". Deze informatie heeft
de regelaar nodig om te weten dat er een magneetventiel aanwezig is.
Verander de waarde van de digitale input (DI3) (Parameter R07) naar 1 (Zuigdrukschalelaar/
kamerthermostaat) en verander de configuratie van de relais S07 tot 7 (Magneetventiel in de
vloeistofleiding).
Voorbeeld: als de kamerthermostaat gesloten is, zal het magneetventiel van de vloestofleiding
bekrachtigd worden, hierdoor zal de compressor werken met een zuigdruk die hoger blijft dan de
ingestelde waarde in C01.
Het magneetventiel in de vloeistofleiding zal sluiten als het contact van de thermostaat geopend wordt,
en de pompdown zal starten. De compressor zal stoppen wanneer de zuiggasdruk beneden de ingestelde
waarde C02 komt, of de tijd voor een maximale pompdown, ingesteld door parameter G11 bereikt wordt.
De parameter G11 beschermd de goederen in het geval van een storing bij een van de onderdelen, bv:
als het magneetventiel in de vloeistofleiding mechanisch blokkeert zal de koudemiddelstroom niet gestopt
worden. In dat geval zal de lage druk schakelaar nooit de waarde bereiken waarbij de compressor zou
moeten stoppen en zal de compressor blijven draaien. De enige limiet om de compressor te doen stoppen
is dan de maximale pompdown tijd. G11 moet zo ingesteld worden dat bij alle werkingscondities er een
normale pompdown kan plaatsvinden ingesteld door de waarde C02 plus een gedefinieerde
veiligheidstijd, bv: 2 minuten.
Parameter
Fabrieksinstellingen
C02
2 bar relatief
C05
1 = Zuigdruk sensor = SuP
G11
3 minuten
G56
0 = Nee
R07
0 = Niet in gebruik = nu
S07
0 = Niet in gebruik = nu
Tabel 24: Pompdown 1
Status van de kamerthermostaat
Gesloten
Open
Tabel 25: Pompdown 2
AGL_Unit_ZX_NL_Rev00
beschikbaar op www.copeland.com/en-gb.
R404A/R507
-20 °C = 2 bar rel
-23 °C* = 1,1 bar rel
-40 °C = 0,3 bar rel
-40 °C = 0 bar rel
Niet goedgekeurd voor een pompdown
Pompdown instellingen
Afschakel waarde voor de pompdown, bv: 0,2 bar rel
3 = Zuigdrukschakelaar/ Kamerthermostaat = dIS
Maximale pompdown tijd
1 = Ja
1 = Zuigdrukschakelaar/kamerthermostaat = SuS
7 = Magneetventiel zuiggasleiding = LLS
Status van het magneetventiel
in de vloeistofleiding
Schakelaar aan / Onder spanning
Schakelaar uit / Spanningsloos
27
R407A
R407F
-25 °C = 1 bar rel
-40 °C = 0 bar rel

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave