CS.DSA.IST-1 / Rev 1.0
Voor een betere stabiliteit van het apparaat wordt geadviseerd het te bevestigen aan de wand. Ga als volgt te werk:
1
1.
Boor in de achterwand, op de hoogte en afstand van de beugel
geboorde gaten pluggen met een diameter van 8 mm, die geschikt zijn voor de wand.
2.
Demonteer de beugel van het apparaat door de twee schroeven in de afbeelding los te draaien
3.
Bevestig de beugel aan de wand. Gebruik indien nodig geschikte opvulringen.
4.
Zet het apparaat tegen de wand en let er daarbij op dat de beugel weer op de oorspronkelijke plaats geplaatst wordt.
5.
Draai de twee schroeven op de beugel en op het apparaat vast
wordt gehouden.
Ruimten rondom en bovenhet apparaat
Op de afbeelding hieronder worden de minimumafstanden aangegeven tot wanden of niet gemakkelijk te verplaatsen meubels, die in aanmerking
moeten worden genomen bij de positionering van het apparaat.
Tussen eventuele planken of verlaagde plafonds die zich boven het apparaat bevinden en de bovenkant van het apparaat zelf moet minstens 75 cm
afstand zijn.
Kleine meubels en verplaatsbare voorwerpen van brandbaar materiaal moeten op minstens 50 cm afstand blijven tot de zijkanten van het apparaat;
deze voorwerpen dienen te worden verplaatst als er onderhoud nodig is.
Bescherm alle constructies die in brand zouden kunnen vliegen tegen de warmtestralingen van het vuur.
Verseluchtinlaat
Tijdens de werking van het apparaat wordt er verbrandingslucht uit de omgeving aangezogen; daarom moet deze lucht dus beslist worden aangevuld
via een verseluchtinlaat. Als er geen luchtinlaat is, is dat van invloed op de trek in het rookkanaal en daardoor op de verbranding en de veiligheid van
het apparaat.
Het is dus verplicht een verseluchtinlaat te maken met een volledig vrije doorlaat van minstens 80 cm
minstens 15 cm, beschermd door een speciaal rooster met grove mazen).
Als de wand achter het apparaat aan de buitenlucht grenst, wordt geadviseerd het gat vlakbij het apparaat te maken, op een hoogte van ongeveer 20
cm boven de grond
(zie voorbeeld op afb.
In het geval het niet mogelijk is een luchtinlaat in de wand achter het apparaat te maken, moet er een gat worden gemaakt in een wand van de ruimte
waar het apparaat is opgesteld. Als het niet mogelijk is de verseluchtinlaat te maken in de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd, dan kan dit gat
ACHTERAANZICHT
A).
2
(afbeelding
1), twee gaten met een diameter van 8 mm. Plaats in de
(afbeelding 2),
waarbij het apparaat op de gewenste afstand van de wand
6
NEDERLANDS
(afbeelding
2).
(ronde opening met een diameter van
2