Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kiezer Instellingen Programmeren; Tijd Testmelding; Interval Testmelding; Netnummer - Visonic POWERMAX+ Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor POWERMAX+:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.5 Kiezer instellingen programmeren algemeen
In dit menu kunt u alle kiezer instellingen naar wens
programmeren.
BELANGRIJK: In telefoon of semafoon nummers en
aansluitnummers kunnen hexadecimale cijfers gebruikt
worden. In telefoonnummer locaties worden de volgende
toetsen gebruikt om hexadecimale cijfers in te voeren:
Hex.
Toets
Code
cijfer
betekenis
A
<#>
<0> Alleen geldig aan het begin van een
nummer - Kiezer wacht 10 seconden
of wacht voor een kiestoon en belt
ongeacht welke er eerder komt.
B
<#>
<1> Voer een sterretje in (*)
C
<#>
<2> Voer een hekje in (#)
D
<#>
<3> Alleen geldig aan het begin van een
nummer - Kiezer wacht 5 seconden
op een kiestoon en hangt op als er
geen wordt gevonden.
E
<#>
<4> Alleen geldig tussen een aantal
nummers – Kiezer wacht 5 seconden.
F
<#>
<5> Niet toepasbaar in telefoonnummers
Wanneer u cijfers invoert gebruikt u de volgende toetsen:
<Numerieke toetsen> - om het getal in te voeren
KEUZE/OK
- beweegt de cursor van links naar rechts
- beweegt de cursor van rechts naar links
- wist alles rechts van de cursor.

4.5.1 Tijd testmelding

Hier kunt u het tijdstip programmeren waarop de
testmelding verstuurd wordt.

4.5.2 Interval testmelding

Op deze locatie kunt u de interval van de testmeldingen
bepalen.
De beschikbare opties zijn: Test elke 24 uur, elke 5 dagen,
elke 7 dagen, elke 14 dagen, elke 30 dagen en Test Uit.

4.5.3 Netnummer

Hier kunt u het netnummer invoeren (max. 4 cijfers).
4.5.4 Buitenlijn nummer
Hier kunt u het nummer invoeren wat benodigd is voor het
bereiken van een buitenlijn (indien nodig).
4.5.5 Eerste meldkamer nr.
Hier kunt u het telefoonnummer van de eerste meldkamer
programmeren (max. 16 cijfers, incl. netnummer). Op
locatie 11 wordt geprogrammeerd welke meldingen
verstuurd zullen worden.
4.5.6 Eerste aansluit nr.
Hier kunt u het aansluitnummer voor het eerste meldkamer
nummer programmeren. Het aansluitnummer bestaat uit 4
of 6 cijfers.
4.5.7 Tweede meldkamer nr.
Hier kunt u het telefoonnummer van de tweede meldkamer
programmeren (max. 16 cijfers, incl. netnummer). Op
locatie 11 wordt geprogrammeerd welke meldingen
verstuurd zullen worden.
4.5.8 Tweede aansluit nr.
Hier kunt u het aansluitnummer voor het tweede
meldkamer nummer programmeren. Het aansluitnummer
bestaat uit 4 of 6 cijfers.

4.5.9 Protocol

(fig. 4.5, locatie 09)
Hier kunt u het protocol waarmee de centrale naar de
meldkamer belt programmeren.
DN5467ALIP
(fig. 4.5, locatie 01)
(fig.4.5,locatie 02)
(fig. 4.5, locatie 03)
(fig. 4.5, locatie 04)
(fig. 4.5, locatie 05)
(fig. 4.5, locatie 06)
(fig. 4.5, loc. 07)
(fig. 4.5, loc. 08)
De beschikbare opties zijn:
1900/1400
4/2 1800/2300
voor de lijst met codes).
Bij doormelding naar een PAC wordt aangeraden te
kiezen tussen het Contact-ID, SIA en Scancom protocol.

4.5.10 4/2 PPS

(fig. 4.5, locatie 10)
Hier bepaalt u de puls snelheid van de meldingen aan de
meldkamers als een van de 4/2 protocols zijn gekozen.
Beschikbare opties: 10, 20, 33 en 40 pps.
4.5.11 Doormeldingen naar
meldkamers
(fig. 4.5, locatie 11)
Hier bepaalt u welke gebeurtenissen worden doorgemeld
aan de meldkamer. Doordat er beperkt ruimte in de display
is, worden er afkortingen gebruikt. Een alarm is "alrm",
een waarschuwing is "alrt" en in/uit "o/c". Het deelteken
( ) wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen de
meldingen voor meldkamer 1 en meldkamer 2.
De meldingen zijn opgedeeld in drie groepen:
Groep
Meldingen
Alarmen
Brand, Inbraak, Paniek, Sabotage
In/Uit
Away schakeling, Home schakeling, Uitsch.
Alerts
Inactief, Nood, Kindzender
Groep 1 heeft de hoogste en groep 3 de laagste prioriteit.
Beschikbare opties ziet u in onderstaande tabel:
Toepassing
Naar
meldkamer
All -o/c
back-up Alles behalve
In/Uit
Alles
alles
Alles
All-o/c
al -o/c
Alles behalve
In/Uit
All –o/c
o/c
Alles behalve
In/Uit
All (–alrt)
alrt
Alles
behalve
alerts
Alrm
all (–alrm) Alarmen
Geen rapportage
Niets
alles
back-up
Alles
Opmerking: "Alles" betekent dat zowel alle meldingen van de
drie groepen als de storingsmeldingen worden doorgemeld.

4.5.12 Doormelden alarm bevestiging

(fig. 4.5, locatie 12)
In deze locatie kunt u bepalen of een tweede alarmmelding
binnen een bepaalde tijd (zie par. 4.4.32) als een
alarmbevestiging wordt doorgemeld.
Beschikbare opties: Rapportage aan, Geen rapportage,
Alarm + overbruggen (staat doormelding en automatisch
overbruggen van een melder die tweemaal alarm geeft toe).
4.5.13
Full
duplex
verzenden
(fig. 4.5, locatie 13)
Hier kunt u bepalen of de centrale na alarm een twee-weg
spraak code naar de meldkamer verstuurt (om de PAC van
data ontvangst naar spraak ontvangst te laten schakelen).
Deze code kan alleen worden verstuurd indien het Contact
ID of het SIA protocol gebruikt wordt.
Beschikbare optie: Versturen en Niet versturen.
4.5.14
Full
duplex
meldkamer optie
Hier kunt u de time-out van de twee-weg spraak met de
meldkamer programmeren. U kunt ook programmeren of de
meldkamer na een alarm naar de centrale terug kan bellen.
De meldkamer kan de toetsen [3] voor inluisteren, [1] voor
spreken en [6] voor full duplex communicatie gebruiken.
Contact-ID
SIA
Scancom (zie Bijlage C
Naar meldkamer 2
1
Alles behalve In/Uit als PAC 1
niet antwoord
Alles
Alles behalve In/Uit
In/Uit
Alerts
Alles behalve alarmen
Niets
Alles als PAC 1 niet antwoord
spraak
spraak
(fig. 4.5, locatie 14).
4/2
code
met
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave