28 | In bedrijf nemen
▶ Breng het bovenste isolatie-element voor de afdekking van het
handgat en het manteldeksel aan.
▶ Breng de voorste afdekking handgat aan.
▶ Verwijder de kap.
▶ Breng teflonband of -koord aan.
5.3
Hydraulische aansluiting
WAARSCHUWING: Brandgevaar door soldeer- en las-
werkzaamheden!
▶ Tref bij soldeer- en laswerkzaamheden de gepaste
veiligheidsmaatregelen, aangezien de warmte-isola-
tie brandbaar is (bijvoorbeeld warmte-isolatie afdek-
ken).
WAARSCHUWING: Gevaar voor de gezondheid door
vervuild water!
Onzorgvuldig uitgevoerde montagewerkzaamheden ver-
vuilen het drinkwater.
▶ Installeer de boiler hygiënisch conform de nationale
normen en richtlijnen.
5.3.1
Boiler hydraulisch aansluiten
Installatievoorbeeld met alle aanbevolen ventielen en kranen
( afb. 22, pagina 69 [SM...] en afb. 21, pagina 68 [SK...]).
▶ Installatiemateriaal gebruiken dat tot 160 °C (320 °F) hittebestendig
is.
▶ Geen open expansievaten gebruiken.
▶ Bij drinkwater-verwarmingsinstallaties met leidingen in kunststof,
metalen koppelingen gebruiken.
▶ Aftapleiding conform de aansluiting dimensioneren.
▶ Bouw geen bochten in de aftapleiding in, anders kan de installatie
niet goed gespuid worden.
▶ Bij gebruik van een terugslagklep in de aanvoerleiding naar de koud-
wateringang: overstortventiel tussen terugslagklep en koudwaterin-
gang inbouwen.
▶ Wanneer de rustdruk van de installatie hoger is dan 5 bar, een druk-
verminderaar inbouwen.
▶ Alle niet gebruikte aansluitingen afsluiten.
▶ Vul de boiler uitsluitend met drinkwater.
▶ Tijdens het vullen de op het hoogste punt gelegen tapkraan openen
( afb. 24, pagina 69).
5.3.2
Overstortventiel inbouwen (bouwzijdig)
▶ Bouw een voor drinkwater toegelaten overstortventiel (DN20) in
de koudwaterleiding in ( afb. 22, pagina 69 en afb. 21,
pagina 68).
▶ Installatiehandleiding van de veiligheidsklep respecteren.
▶ De uitblaasleiding van het overstortventiel moet in het tegen bevrie-
zing beschermde gebied via een afwatering uitmonden, waarbij de
plaats vrij moet kunnen worden geobserveerd.
– De uitblaasleiding moet minimaal overeenkomen met de uitlaatdi-
ameter van de veiligheidsklep.
– De uitblaasleiding moet minimaal het debiet kunnen afblazen, dat
in de koudwateringang mogelijk is (tabel 4, pagina 25).
▶ Instructiebord met de volgende tekst op het overstortventiel aan-
brengen "Uitblaasleiding niet afsluiten. Tijdens het verwarmen kan
bedrijfsmatig water ontsnappen."
Wanneer de rustdruk van de installatie hoger wordt dan 80 % van de
aanspreekdruk van het overstortventiel:
6 720 810 357 (2015/11)
▶ Drukverminderaar voorschakelen ( afb. 22, pagina 69 en afb. 21,
pagina 68).
Gasaansluit-
Activeringsdruk
druk (rustdruk)
overstortventiel
6 bar
< 4,8 bar
5 bar
6 bar
8 bar
5 bar
8 bar
6 bar
7,8 bar
10 bar
Tabel 8 Keuze van een geschikte drukverminderaar
5.4
Warmwatertemperatuursensor monteren
Voor de meting en de bewaking van de warmwatertemperatuur op de
boiler:
▶ Warmwatertemperatuursensor monteren ( afb. 23, pagina 69).
Posities van de sensormeetpunten:
• SK500-1000-5 solar en SWE400-500-5 solar... ( afb. 8,
pagina 64):
sensor voor de warmteproducent op positie 3 monteren. Sensor
voor de solarinstallatie op positie 7 monteren.
• SK500-1000-5 ZB... ( afb. 7, pagina 64):
sensor voor de warmtebron op positie 3 monteren.
▶ Let erop, dat het sensorvlak over de gehele lengte
contact heeft met het dompelhulsvlak.
5.5
Elektrische weerstand (toebehoren)
▶ Monteer de elektrische weerstand volgens de afzonderlijke installa-
tiehandleiding.
Knip daartoe de perforatie in de foliemantel of in de aparte isolatie
uit.
▶ Na afronding van de installatie van de boiler een randaardetest uit-
voeren. Betrek daarin alle metalen aansluitkoppelingen.
6
In bedrijf nemen
OPMERKING: Beschadiging van de boiler door over-
druk!
Door overdruk kunnen spanningsscheuren in de emaille-
ring ontstaan.
▶ Uitblaasleiding van het overstortventiel niet afslui-
ten.
▶ Alle modules en toebehoren conform de instructies van de leveran-
cier in de technische documenten in bedrijf stellen.
Voer de lekdichtheidstest van de boiler uitsluitend met
drinkwater uit.
6.1
Boiler in bedrijf stellen
Na het vullen moet de boiler aan een druktest worden onderworpen.
De testdruk mag aan de warmwaterzijde maximaal 10 bar (150 psi)
overdruk zijn.
▶ Voer de dichtheidstest uit ( afb. 26, pagina 70).
▶ Leidingen en boiler voor de inbedrijfstelling grondig doorspoelen
( afb. 27, pagina 70).
SK500-1000-5 ZB... | SKE500-1000-5 solar | SWE400-500-5 solar...
Drukverminderaar
Binnen de EU
Buiten de EU
Niet nodig
Niet nodig
4,8 bar
4,8 bar
Niet nodig
Niet nodig
5,0 bar
Niet nodig
5,0 bar
Niet nodig