Veiligheidsinstructies
Juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de
verantwoordelijkheid van de installateur en/of de eindgebruiker.
U moet zich bij het gebruik van het product strikt houden aan de elektrische
veiligheidsvoorschriften van het land en de regio. Zie de technische specificaties voor
gedetailleerde informatie.
De ingangsspanning moet voldoen aan zowel ZLVS (zeer lage veiligheidsspanning) en
de beperkte stroombron met 100 ~ 240 VAC, 48 VDC of 12 VDC volgens de
IEC60950-1-norm. Zie de technische specificaties voor gedetailleerde informatie.
Sluit niet meerdere apparaten aan op één lichtnetadapter, omdat overbelasting van de
adapter oververhitting of brandgevaar kan veroorzaken.
Zorg ervoor dat de stekker is stevig in het stopcontact zit.
Als er rook, geur of geluid uit het apparaat komt, schakel het dan direct uit, haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact, en neem contact op met het
servicecentrum.
Preventieve en waarschuwende tips
Neem de volgende tips in acht voordat u het apparaat aansluit en bedient:
Zorg ervoor dat de eenheid wordt geïnstalleerd in een goed geventileerde, stofvrije
omgeving.
De eenheid is uitsluitend voor gebruik binnen ontworpen.
Houd alle vloeistoffen uit de buurt van het apparaat.
Zorg ervoor dat de omgevingsomstandigheden voldoen aan de fabrieksspecificaties.
Zorg ervoor dat de eenheid goed aan een rek of plank is bevestigd. Zware schokken or
stoten aan de eenheid als gevolg van het laten vallen kunnen schade veroorzaken aan
de gevoelige elektronica in de eenheid.
Gebruik het apparaat indien mogelijk in combinatie met een UPS.
Schakel de eenheid uit voor het aansluiten of ontkoppelen van accessoires en
randapparaten.
Er moet voor dit apparaat een door de fabriek aanbevolen HDD worden gebruikt.
Onjuist gebruik of onjuiste vervanging van de batterij kan resulteren explosiegevaar.
Vervang hem alleen door hetzelfde of een gelijkwaardig type. Voer gebruikte batterijen
af in overeenstemming met de instructies van de batterij fabrikant.
Netwerkvideorecorder - Gebruiksaanwijzing
5