nl
Alarmfuncties
Deuralarm
Het deuralarm (aanhoudend
geluidssignaal) wordt ingeschakeld
wanneer de deur van het apparaat
langer dan een minuut openstaat. Door
de deur te sluiten wordt het alarmsignaal
weer uitgeschakeld.
Temperatuuralarm
Het temperatuuralarm wordt
ingeschakeld als het
in de diepvriesruimte te warm
is waardoor de diepvrieswaren kunnen
ontdooien.
Na indrukken van de toets alarm 8, geeft
de temperatuurindicatie
diepvriesruimte 10 gedurende vijf
seconden de warmste temperatuur aan
die in de diepvriesruimte heeft geheerst.
Hierna wordt deze waarde gewist. De
temperatuurindicatie diepvriesruimte 10
toont de ingestelde
diepvriesruimtetemperatuur, zonder te
knipperen.
Vanaf dit moment wordt de warmste
temperatuur opnieuw bepaald en
in het geheugen opgeslagen.
Zonder gevaar voor de diepvrieswaren
kan het alarm automatisch inschakelen:
bij het in gebruik nemen van het
■
apparaat,
bij het inladen van grote
■
hoeveelheden verse levensmiddelen,
als de deur van de diepvriesruimte
■
te lang geopend werd.
86
Aanwijzing
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren
niet opnieuw invriezen. Pas na het koken
of braden tot een kant-en-klaargerecht
kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd niet meer ten
volle benutten.
Alarm uitschakelen
De alarm-toets 8 indrukken om het
alarmsignaal uit te schakelen.
Netto-inhoud
De gegevens over de netto-inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
Afb. .
Vriesvermogen volledig
benutten
Om de maximale hoeveelheid
diepvrieswaren in te ruimen, kunnen de
houders worden verwijderd. De
levensmiddelen kunnen dan rechtstreeks
op het legplateau en op de bodem van
de vriesruimte worden gestapeld.
Aanwijzing
Voorkom dat de levensmiddelen
de achterwand raken. Anders wordt
de luchtcirculatie verminderd.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen
aan de achterwand vastvriezen.
Onderdelen eruit halen
Diepvriesladen tot aan de aanslag
uittrekken, vooraan optillen en
verwijderen. Afb. *