Machine Translated by Google
8.2.2 Met heet gas (tdF=in)
Met compressor AAN en ontdooirelais actief gedurende de gehele duur van de ontdooiing. Alvorens te activeren wachten het ontdooirelais
en de maximale duur van de ontdooicyclus op de mogelijke anti-korte cyclusvertraging.
8.3 EINDE ONTDOOIEN
8.3.1 Getimed
Als de verdampersonde ontbreekt (EPP=n), eindigt de ontdooicyclus bij het verstrijken van de maximale duur van de ontdooicyclus, die
kan worden ingesteld met behulp van de parameter (MdF).
Het ontdooien eindigt op tijd als binnen MdF de temperatuur van de verdampersonde de waarde dtE niet bereikt. Bovendien wordt deze
in ieder geval beëindigd als de verdampersonde uitvalt (P2).
8.3.2 Vanwege temperatuur
Als de verdampersonde aanwezig is (EPP=Y) en detecteert dat de met parameter (dtE) ingestelde einde-van-dooitemperatuur wordt
bereikt, eindigt de ontdooicyclus.
Als aan het einde van de ontdooicyclus de maximale duur (MdF) de toegestane temperatuur niet wordt bereikt, eindigt de ontdooiing in
ieder geval.
8.3.3 Verzoek om ontdooiing waarbij de temperatuur van de verdampersonde hoger is dan het einde van de ontdooiing
temperatuur dtE.
Als bij het verzoek om ontdooiing aan de voorwaarden voor het einde van de ontdooicyclus (T2>dtE) wordt voldaan, start de ontdooicyclus
helemaal niet en wordt het interval tussen de ontdooiingen opnieuw geïnitialiseerd.
8.4 AFVOERTIJD
Aan het einde van de ontdooicyclus wordt een afvoertijd verwacht, gedurende welke alle instelrelais uitgeschakeld zijn en de LED knippert.
De duur van de afvoertijd kan worden ingesteld met behulp van de parameter (Fdt).
8.5 TEMPERATUURALARMVERTRAGING NA ONTDOOIEN
Alleen als de uitsluitingstijd van de temperatuuralarmregeling bij het opstarten is verstreken, wordt aan het einde van de ontdooicyclus
een in minuten uitgedrukte vertraging geladen, die kan worden ingesteld met behulp van de parameter (EdA) voor het uitsluiten van het
temperatuuralarm controle. Wanneer deze tijd is verstreken en er een temperatuuralarmconditie aanwezig is, wordt de normale
temperatuuralarmvertraging geladen (ALd).
8.6 WEERGAVE TIJDENS ONTDOOIEN
Voor de gehele duur van de ontdooicyclus is het, door instelling met de parameter (dFd), mogelijk om de volgende informatie weer te
geven: • huidige
temperatuur • gedetecteerde
temperatuur aan het begin van de ontdooicyclus
• Instelpuntwaarde •
dEF- bericht.
Aan het einde van de ontdooicyclus wordt de melding dEF vervangen door de temperatuur die werd gedetecteerd aan het begin van de
ontdooicyclus. Aan het einde van de ontdooicyclus wordt de weergegeven temperatuur bijgewerkt zodra deze lager is dan de temperatuur
die is gedetecteerd aan het begin van de ontdooicyclus of het instelpunt, of wanneer een temperatuuralarm afgaat; Anders wordt de
temperatuurupdate uitgevoerd aan het einde van de maximale vertragingstijd voor de temperatuurupdate na de ontdooicyclus die is
ingesteld met behulp van de parameter (dAd).
1592006220 XB590L GB r1.0 07/03/2015.docx
XB590L
16/32