S3 S2 S1
0 %
100 %
3
N
1 2
Afb. 15. Voorbeeld van een "Override" ventilatiemodus bij gebruik van extra luchtafzuiging.
Brandalarm vereist een normaal verbreekcontact (NC), en daarom is er een brugverbinding geplaatst
tussen aansluitpunten 13 en 14, waarop in plaats daarvan het brandalarmsysteem van het gebouw kan
worden aangesloten. Wanneer het contact wordt vebroken, wordt de unit gestopt en verschijnt er een
brandalarmmelding.
Outputs (16–18) – de aansluitpunten worden gebruikt wanneer externe verwarmings-/koelingskasten
•
een extra maak-/verbreekcontact nodig hebben (d.w.z. om de DX-unit op te starten). De corresponde-
rende contacten zijn gesloten, afhankelijk of de luchtbehandelingskast verwarmt of koelt.
Als de thermostaatfunctie wordt gebruikt, kunt u externe apparaten (bv. verwarmingsketel of warm-
tepomp) aansluiten op deze klemmen, die worden in-/uitgeschakeld als de temperatuur op het bedie-
ningspaneel niet de gewenste temperatuur heeft. In de functie-instellingen op het bedieningspaneel
(zie "Gebruikershandleiding") kunt u selecteren welke klem wordt gebruikt om het externe apparaat in
te schakelen. U kunt ook het signaaltype selecteren: normaal open (NO) of normaal gesloten (NC) con-
tact. Op basis van deze instellingen worden klem 16 + 17 of 16 + 18 geactiveerd zodra de thermostaat
wordt geactiveerd.
Als er een externe DX-unit wordt gebruikt, wordt de "Thermostaatfunctie" geblokkeerd
en worden deze klemmen gebruikt om de DX-unit aan te sturen.
FG1 (19–21) – aansluitpunten gebruikt voor het aansluiten van luchtafsluitklepactuators. Actuators met
•
230 V voeding met of zonder veerbekrachtigde terugstelling kunnen hierop worden aangesloten.
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
DOMEKT C8_ installation manual_24-05
13 15
L
1
met een gemotoriseerde afsluitklep (zie afb. 8)
1
C8
2
2
L
~230V
N
C8 stuurkaart
1
2
Schakelaar
Veerreset klepactuator met
3
eindschakelaars (bijv. Belimo LF-230S)
33