4.1 Bedieningspaneel
Toets voor het instellen van de
1
vriezertemperatuur
Indicatielampje vriesvak
2
Extra Freeze-indicatielampje
3
Toets voor het instellen van de
4
koelkasttemperatuur
Indicatielampje koelvak
5
Extra Cool-indicatielampje
6
Alarmindicatielampje
7
Connectiviteitsindicator
8
ECOMETER-indicatielampje
9
4.2 Inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Houd de temperatuurknop van de vriezer
en de temperatuurknop van de koelkast
tegelijkertijd 10 seconden ingedrukt.
n het display wordt het knipperende
indicatielampje weergegeven.
10
NEDERLANDS
9
8
7
6
5
4
3
2
1
4.3 Uitschakelen
1. Houd de temperatuurknop van de vriezer
en de temperatuurknop van de koelkast
tegelijkertijd 10 seconden ingedrukt.
In het display wordt de indicator
weergegeven.
2. Het apparaat wordt uitgeschakeld en een
constante brandend
vervangt de temperatuur in de koelkast.
Neem de stekker uit het stopcontact.
4.4 Temperatuurregeling
Stel de temperatuur van het apparaat in door
op de temperatuurknoppen te drukken.
Aanbevolen ingestelde temperaturen zijn:
• +4°C voor de koelkast
• -18°C voor de vriezer
Het temperatuurbereik kan variëren tussen
-15 en -24°C voor de vriezer en tussen 2 en
-
8°C voor de koelkast.
-indicatielampje