Het startscherm
bestaat uit de volgende
elementen:
1. Snelkoppelingen
voor toepassingen.
Als u een toepassing
wilt openen,
selecteert u de
snelkoppeling voor
de toepassing.
2. Informatiegebied. Als u een item wilt bekijken dat
wordt weergegeven in het informatiegebied,
selecteert u het item.
3. Meldingsgebied. Als u de meldingen wilt weergeven,
bladert u naar een vak. Een vak is alleen zichtbaar als
het items bevat.
U kunt twee afzonderlijke startschermen definiëren voor
verschillende doeleinden, bijvoorbeeld één scherm voor
uw zakelijke e-mail en meldingen, en een ander scherm
voor uw persoonlijke e-mail. Op deze manier hoeft u
buiten kantooruren uw zakelijke berichten niet te
bekijken.
Selecteer
als u wilt schakelen tussen de startschermen.
Als u het uiterlijk van het startscherm wilt instellen en wilt
definiëren welke items en snelkoppelingen erop staan,
selecteert u
Menu
Bed. paneel
>
Werken in het startscherm
Als u contacten wilt zoeken vanaf het startscherm, typt u
de eerste letters van de naam van het contact. Selecteer
en Modi.
het gewenste contact uit de lijst met suggesties. Deze
functie is mogelijk niet beschikbaar in alle talen.
Druk op de beltoets om het nummer te bellen.
Als u het zoeken naar contacten wilt uitschakelen,
selecteert u
Opties
Contact zoeken
>
Als u wilt zien of er berichten zijn ontvangen, selecteert u
het berichtenvak in het meldingengebied. Als u een
bericht wilt lezen, selecteert u het gewenste bericht.
Blader met de navigatietoets naar rechts als u andere
taken wilt weergeven.
Als u gemiste oproepen wilt weergeven, selecteert u het
oproepenvak in het meldingengebied. Als u een oproep
wilt beantwoorden, selecteert u een oproep en drukt u op
de beltoets. Als u een SMS aan een beller wilt verzenden,
selecteert u een oproep en selecteert u vervolgens
verzenden
in de lijst met beschikbare acties.
Als u uw voicemail wilt beluisteren, selecteert u het
voicemailvak in het meldingengebied. Selecteer het
gewenste voicemailvak en druk op de beltoets.
Sneltoetsen
Met de Sneltoetsen hebt u snel toegang tot toepassingen
en taken. Aan elke toets is een toepassing of een taak
toegekend. U kunt deze wijzigen door
paneel
Instellingen
>
One Touch-ttsn
te selecteren. Uw serviceprovider kan
toepassingen aan bepaalde toetsen hebben toegewezen.
In dat geval kunt u ze niet wijzigen.
uit.
Menu
Bed.
>
en
Algemeen
Persoonlijk
>
Bericht
>
25