gegevensverbindingen. Als u het apparaat wilt gebruiken
als packet-gegevensmodem voor uw computer, selecteert
u
Toegangspunt
toegangspunt in dat door de serviceprovider aan u is
verstrekt. Als u een snelle gegevensverbinding wilt
gebruiken, selecteert u
Ingeschakeld.
WLAN-instellingen
Selecteer
Menu
>
Verbinding
Wireless
>
Als u wilt dat er een indicator wordt weergegeven als er
een draadloos LAN-netwerk (WLAN) beschikbaar is op uw
huidige locatie, selecteert u
Ja.
Als u het tijdsinterval wilt selecteren voor het zoeken naar
beschikbare WLAN-netwerken en voor het bijwerken van
de indicator, selecteert u
instelling is alleen beschikbaar als u
tonen
Ja
selecteert.
>
U kunt het apparaat zodanig instellen dat auotomatisch
de internetcapaciteit van het geselecteerde WLAN wordt
getest, dat telkens om toestemming wordt gevraagd of
dat de connectiviteitstest nooit wordt uitgevoerd door
Internetverbindingstest
vragen
of
Nooit uitvoeren
uitvoeren
selecteert of het uitvoeren van de test toestaat
als het apparaat hierom vraagt, wordt het toegangspunt
opgeslagen op internetbestemmingen als de uitvoering
van de connectiviteitstest is geslaagd.
140
en voert u de naam van het
Snelle toeg. packet-geg.
Bed. paneel
Instellingen
>
LAN.
Beschkbrhd WLAN tonen
Zoeken naar
netwerken. Deze
Beschkbrhd WLAN
Automat.
uitvoeren,
>
te selecteren. Als u
Als u het unieke MAC-adres (Media Access Control) voor het
apparaat wilt controleren, typt u *#62209526# in het
startscherm. Het MAC-adres verschijnt dan in beeld.
Geavanceerde WLAN-
>
instellingen
Selecteer
Opties
geavanceerde instellingen voor draadloze LAN-netwerken
worden gewoonlijk automatisch gedefinieerd en het
en
wordt afgeraden deze instellingen te wijzigen.
Als u de instellingen handmatig wilt bewerken, selecteert
u
Autom. configuratie
de volgende instellingen:
>
Lange probeerlimiet
•
verzendpogingen in voor als er geen
ontvangstbevestiging van het netwerk wordt
ontvangen.
Korte probeerlimiet
•
verzendpogingen in voor als er geen gereedmelding
voor verzenden van het netwerk wordt ontvangen.
RTS-drempel
•
in waarbij het toegangspunt voor het draadloze LAN-
netwerk vraagt of de gegevens moeten worden
verzonden, alvorens dit ook daadwerkelijk te doen.
Altijd
Energieniv. transmissie
•
Automat.
van uw apparaat bij het verzenden van gegevens in.
Radiometingen
•
Energiespaarstand
•
energiebesparingsmechanisme voor WLAN moet
worden gebruikt om energie van de batterij in het
apparaat te besparen. Door gebruik te maken van het
energiebesparingsmechanisme verbeteren de
Geavanc.
instellingen. De
>
Uitgeschakeld
>
— Voer het maximum aantal
— Voer het maximumaantal
— Stel voor gegevens de pakketgrootte
— Stel het energieniveau
— Schakel de radiometingen in of uit.
— Geef aan of het
en definieert u