van de samengedrukte veer 15,9 cm bedraagt
(Figuur
13).
Opmerking:
Als u de machine gebruikt op
oneffen terrein, moet de veer 1,3 cm korter zijn.
Opmerking:
Reset de gazoncompensatie-
instelling als de maaihoogte-instelling of de
agressiviteit van de maai-instelling verandert.
De maaihoogte (HOC)
instellen
Opmerking:
Voor maaihoogten van meer dan
2,54 cm moet de set voor een hoge maaistand worden
gemonteerd.
1.
Draai de borgmoeren los waarmee de
maaihoogtebeugels zijn bevestigd aan de
zijplaten van de maai-eenheid
1. Stelschroef
2. Borgmoer
2.
Draai de moer op de hoogtelat los
15) en draai de stelschroef op de gewenste
maaihoogte.
(Figuur
14).
Figuur 14
3. Maaihoogtebeugel
(Figuur
1. Hoogtelat
2. Stelschroef voor
maaihoogte
3. Moer
3.
Meet de afstand tussen de onderkant van de
schroefkop en de lat om de maaihoogte te weten
te komen.
4.
Plaats de schroefkop op de snijrand van het
ondermes en laat de achterzijde van de lat op
de achterrol rusten
Opmerking:
maai-eenheden met een rol met kraag
g027171
controleert, plaats dan de hoogtelat op de
kragen met de grote diameter aan de uiteinden
van de rol met kraag.
5.
Draai aan de stelschroef totdat de voorrol
contact maakt met de hoogtelat
6.
Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele
rol evenwijdig aan het ondermes is.
11
Figuur 15
4. Openingen voor het
instellen van de
maaihoogte van de
groomer
5. Ongebruikte opening
(Figuur
16).
Als u de maaihoogte van
(Figuur
Figuur 16
g003327
16).
g027172