Inhoudsopgave
Advertenties
Afdrukinstellingen (Windows)
>> Normaal Tabblad
>> Geavanceerd Tabblad
Normaal Tabblad
1. Mediatype
Voor een optimaal afdrukresultaat past het apparaat automatisch de afdrukinstellingen aan het mediatype aan.
2. Afdrukmodus
Selecteer de gewenste afdrukkwaliteit. De afdrukkwaliteit en -snelheid beïnvloeden elkaar: de afdruk van
Kwaliteitsmodus duurt langer dan die van Snelheidsmodus.
3. Papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken. U kunt kiezen uit standaardpapierformaten of een aangepast
papierformaat instellen.
4. Kleur / Grijstinten
Selecteer afdrukken in kleur of in grijstinten. In de grijstintenmodus is de afdruksnelheid hoger dan in de
kleurenmodus. Als uw document kleur bevat en u selecteert de grijstintenmodus, wordt uw document afgedrukt
met 256 niveaus aan grijstinten.
5. Afdrukstand
Selecteer de afdrukstand (staand of liggend) voor uw afdruk.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in te
stellen.
49
Advertenties
Inhoudsopgave
