Probleem
Afdrukafbeelding is niet gespiegeld. Afhankelijk van de uitvoer die u wilt realiseren en de afbeeldingen die u gebruikt,
Problemen met de afdrukkwaliteit
Probleem
Slechte afdrukkwaliteit
Witte lijnen in tekst of grafische
afbeeldingen.
Er verschijnen regelmatig donkere lijnen. Controleer en wijzig de papierinvoer.
Het apparaat drukt blanco pagina's af. Controleer de afdrukkwaliteit.
Tekens en regels zijn vlekkerig.
Suggesties
moet u mogelijk een gespiegelde of horizontaal omgekeerde afbeelding afdrukken.
De standaardinstellingen voor in spiegelbeeld afdrukken verschillen, afhankelijk van
de toepassing van waaruit u afdrukt. Controleer de instellingen voor u gaat afdrukken.
Als uw toepassing geen instellingen heeft om in spiegelbeeld af te drukken, moet u
handmatig een horizontaal omgekeerde afbeelding maken voordat u gaat afdrukken.
Suggesties
Controleer de afdrukkwaliteit.
Zie Verwante informatie: De afdrukkwaliteit controleren.
Zorg ervoor dat uw inktcartridges vol zijn. Onder de volgende omstandigheden kan de inkt klonteren:
•
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken.
•
De inktcartridge is vóór gebruik niet goed opgeslagen.
Zorg dat u een van de aanbevolen papiersoorten gebruikt.
Zie Verwante informatie: Acceptabele afdrukmedia.
De aanbevolen omgeving voor uw apparaat is tussen 20 °C tot 33 °C.
Reinig de printkop.
Zie Verwante informatie: De printkop van uw Brother-apparaat reinigen.
Zie Verwante informatie: De printkop reinigen met Beheer via een webbrowser.
Zie Verwante informatie: De printkop vanaf uw computer reinigen (Windows).
Controleer en wijzig de papierinvoer. Zie Verwante informatie: De papierinvoer
corrigeren om de verticale lijnen te verminderen.
Gebruik het aanbevolen type papier.
Zie Verwante informatie: Acceptabele afdrukmedia.
Om een lange levensduur van de printkop te garanderen, zo zuinig mogelijk te zijn
met de inktcartridge en de afdrukkwaliteit op peil te houden, dient u het apparaat
te allen tijde aangesloten te laten op een stroombron. Gebruik bij voorkeur
om het apparaat uit te zetten. Bij gebruik van
stroom om te zorgen dat de printkop regelmatig wordt gereinigd.
Zie Verwante informatie: De papierinvoer corrigeren om de verticale lijnen te verminderen.
Zie Verwante informatie: De afdrukkwaliteit controleren.
Om een lange levensduur van de printkop te garanderen, zo zuinig mogelijk te zijn
met de inktcartridge en de afdrukkwaliteit op peil te houden, dient u het apparaat
te allen tijde aangesloten te laten op een stroombron. Gebruik bij voorkeur
om het apparaat uit te zetten. Bij gebruik van
stroom om te zorgen dat de printkop regelmatig wordt gereinigd.
Verander de afdrukopties.
Zie Verwante informatie: De afdrukopties wijzigen om uw afdrukresultaten te verbeteren.
krijgt het apparaat net genoeg
krijgt het apparaat net genoeg
168