Een IPsec-adressjabloon configureren met Beheer via een webbrowser
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van apparaat" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van apparaat" staat
voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld:
https://192.168.1.2
3. Voer, indien vereist, het wachtwoord in het veld Inloggen in en klik vervolgens op Inloggen.
Het standaardwachtwoord voor het beheer van de apparaatinstellingen vindt u op de achterzijde van het
apparaat bij "Pwd".
4. Ga naar het navigatiemenu en klik vervolgens op Netwerk > Beveiliging > IPsec-adressjabloon.
Begin bij
als het navigatiemenu niet wordt weergegeven aan de linkerkant van het scherm.
5. Klik op de Verwijderen-knop om een Adressjabloon te wissen. Wanneer een Adressjabloon in gebruik is,
kan het niet worden gewist.
6. Klik op de Adressjabloon die u wilt aanmaken. De IPsec-adressjabloon verschijnt.
7. Configureer de instellingen.
Optie
Naam sjabloon
Lokaal IP-adres
Extern IP-adres
8. Klik op Indienen.
Wanneer u de instellingen voor het actueel gebruikte sjabloon wijzigt, moet u uw apparaat opnieuw opstarten
om de configuratie te activeren.
115
Beschrijving
Vul de naam voor de sjabloon in (max. 16 tekens).
•
IP-adres
Geef het IP-adres op. Selecteer Alle IPv4-adressen, Alle IPv6-adressen,
Alle Link-local IPv6-adressen of Aangepast uit de vervolgkeuzelijst.
Als u in de vervolgkeuzelijst Aangepast selecteert, voert u in het tekstvak
het IP-adres (IPv4 of IPv6) in.
•
IP-adresbereik
Vul in de tekstvelden het eerste en laatste IP-adres voor het IP-
adresbereik in. Als het begin- en eind-IP-adres niet gestandaardiseerd
zijn voor IPv4 of IPv6 of als het eind-IP-adres lager ligt dan het
beginadres, zal er zich een fout voordoen.
•
IP-adres/voorvoegsel
Geef het IP-adres op met behulp van de CIDR-notatie.
Bijvoorbeeld: 192.168.1.1/24
Omdat het voorvoegsel wordt opgegeven in de vorm van een 24-bits
subnetmasker (255.255.255.0) voor 192.168.1.1, zijn de adressen
192.168.1.xxx geldig.
•
Elk
Als u Elk selecteert, worden alle IP-adressen ingeschakeld.
•
IP-adres
Voer het opgegeven IP-adres (IPv4 of IPv6) in het tekstvak in.
•
IP-adresbereik
Voer het begin- en eind-IP-adres voor het IP-adresbereik in. Als het begin-
en eind-IP-adres niet gestandaardiseerd zijn voor IPv4 of IPv6 of als het
eind-IP-adres lager ligt dan het beginadres, zal er zich een fout voordoen.
•
IP-adres/voorvoegsel
Geef het IP-adres op met behulp van de CIDR-notatie.
Bijvoorbeeld: 192.168.1.1/24
Omdat het voorvoegsel wordt opgegeven in de vorm van een 24-bits
subnetmasker (255.255.255.0) voor 192.168.1.1, zijn de adressen
192.168.1.xxx geldig.