ARENA 30 C
Controles tijdens de werking
• Sta borg voor de weerstand van de brandstof- en waterleidingen.
• Controleer de efficiëntie van de schoorsteen en de lucht/rookkanalen tijdens de werking van de
verwarmingsketel.
• Controleer of het water correct stroomt tussen de ketel en de installaties.
• Zorg ervoor dat de gasklep correct moduleert, zowel voor de verwarming als voor de productie van warm
water.
• Controleer de correcte ontsteking van de verwarmingsketel, door verschillende ontstekings- en dovingstests
te verrichten, m.b.v. een ruimtethermostaat of de afstandsbediening.
• Met behulp van een verbrandingsanalysator, aangesloten op het rookafvoerkanaal van de ketel, controleert
u of het CO2-gehalte in de rook, bij maximaal en minimaal vermogen van de ketel, overeenkomt met de
waarden aangeduid in de tabel met technische gegevens (par. 1.3) voor het overeenkomstig type gas.
• Waak erover dat het brandstofverbruik aangeduid door de teller, overeenkomt met het verbruik
aangeduid in de tabel met technische gegevens (par. 1.3).
• Controleer het correcte warmwaterdebiet met Dt opgenomen in de tabel: vertrouw niet op metingen
uitgevoerd met empirische systemen. De meting wordt verricht met de daarvoor voorziene instrumenten,
en aan een punt in de zo dichtst mogelijke nabijheid van de ketel, waarbij rekening wordt gehouden bij
het warmteverlies van de leidingen.
• Waak erover dat, als er geen vraag is naar verwarming, de brander correct ontsteekt wanneer een
warmwaterkraantje wordt opengedraaid. Controleer of tijdens de verwarming, en wanneer een
warmwaterkraantje wordt opengedraaid, de circulator van de verwarming stilvalt, de circulator van de
warmwaterproductie in gang schiet en op correcte wijze warm water wordt geproduceerd.
• Controleer de correcte programmering van de parameters, en voer de eventueel gevraagde aanpassingen
uit (tegengestelde kromming, vermogen, temperatuur, enz.)
Doven
Draai de gaskraan stroomopwaarts van de verwarmingsketel dicht en sluit het toestel af van het stroomnet.
Waarschuwing - Als de ketel in de winter gedurende lange periodes niet werkt, en om vorstschade te
voorkomen, is het raadzaam zowel het water voor sanitaire doeleinden als voor de verwarming af te tappen;
ofwel alleen het water voor sanitaire doeleinden af te tappen en een geschikt antivriesproduct toe te voegen
aan de verwarmingsinstallatie.
3.3 Onderhoud
De volgende handelingen worden uitsluitend verricht door Vakbekwaam Personeel, zoals het personeel van
onze Verkooporganisatie en het Service-centrum in uw zone.
Seizoenscontrole van de verwarmingsketel en de schoorsteen
• Het is raadzaam het toestel minstens eenmaal per jaar aan de volgende controles te onderwerpen:
• De bedienings- en veiligheidsinrichtingen (gasklep, fluxmeter, thermostaten, enz.) moeten correct
functioneren.
• De leidingen en lucht/rookterminal moeten vrij van hindernissen en lekken zijn.
• Het systeem voor de afvoer van het condensatievocht moet efficiënt zijn en geen lekken of verstoppingen
vertonen
• De gas- en waterinstallaties moeten water- en hermetisch zijn.
• De brander en de warmtewisselaar moeten schoon zijn. Volg de instructies in de volgende paragraaf.
• De elektrodes moeten vrij zijn van vuil en correct geplaatst zijn.
• De waterdruk in de koude installatie moet ca. 1 - 1,5 bar bedragen; zoniet herstelt u deze waarde.
• Het expansievat moet vol zijn.
• Het gasdebiet en de druk moeten overeenkomen met de waarden aangeduid in de respectieve tabellen.
• De circulatie- en warmwaterpompen mogen niet geblokkeerd zijn.
27