Inhoudsopgave
Advertenties
ARENA 30 C
2.3 Aansluiting op de waterleiding
Voer de aansluitingen uit overeenkomstig de verbindingen, en de
posities aangeduid in fig. 8.
Legende
1 Persleiding verwarming
2 Uitgang warm water
3 Gasinlaat
4 Ingang warm water
5 Retourleiding verwarming
6 Aftapkraan
Het is raadzaam tussen de verwarmingsketel en de verwarmingsinstallatie afsluitkleppen te voorzien om,
indien nodig, de ketel te isoleren van de installatie. Ingeval ook op de warmwaterkring een retourklep wordt
gemonteerd, moet een veiligheidsklep worden voorzien tussen de verwarmingsketel en die kring.
De afvoer van de veiligheidsklep moet verbonden zijn met een trechter of opvangbuis, om te voorkomen dat
water op de grond lekt ingeval van een overdruk van de verwarmingsleiding.
Voer de aansluiting van de verwarmingsketel op zodanige wijze uit dat de interne leidingen niet onder spanning
staan. Voor de goede werking, en de levensduur van de ketel, moet de waterinstallatie behoorlijk geproportioneerd
zijn en steeds alle accessoires bevatten die borg staan voor een normale werking en geleiding.
Op aanvraag kunnen kits geleverd worden om de aansluiting op de installatie te vergemakkelijken.
2.4 Karakteristieken water verwarmingsketel
In aanwezigheid van water met een hardheid groter dan 25 Fr, wordt aangeraden het water correct te
behandelen met een WTCB goedgekeurd product. Dit om elke afzetting van kalk door hard water, of van
corrosie door aggressief water te vermijden. Vergeet niet dat zelfs minieme kalkafzettingen met een dikte
van een paar mm, omwille van hun lage geleiding, een beduidende oververhitting kunnen veroorzaken van
de wanden van de verwarmingsketel, met ernstige problemen tot gevolg.
Het is noodzakelijk het water te zuiveren voor heel grote installaties (met grote watervolumes) of bij een
frequent hergebruik van water in de installatie. Als in dergelijk gevallen de gedeeltelijke of volledige lediging
van de installatie noodzakelijk blijkt, wordt aangeraden de installatie opnieuw te vullen met gezuiverd water.
2.5 Aansluiting op gasinstallatie
De gasaansluiting gebeurt aan het relatieve aansluitpunt (zie fig. 2), met behulp van een stijve metalen buis,
ofwel een soepele continue buis in roestvrij staal, waarbij tussen de installatie en de verwarmingsketel een
gaskraan wordt voorzien.
De gasmeter moet een voldoende groot bereik hebben voor het gelijktijdig gebruik van alle aangesloten
toestellen. Voer de gasaansluiting van de verwarmingsketel uit volgens de geldende voorschriften. De diameter
van de gasleiding die uit de ketel komt is niet doorslaggevend voor de keuze van de diameter van de buis tussen
het toestel en de gasmeter; deze moet worden gekozen in functie van de lengte en het energieverlies.
106
1
2
3
4
Fig. 8
16
60
108
44
5
6
460
170,5
170,5
199,5
220
Arena
60
30 C
460
368
95
76,5
76,5
95
Kit Ferroli
cod. 1KWMA77Y
Ø 3/4"
Ø 1/2"
Ø 1/2"
Ø 1/2"
Ø 3/4"
180,5
209,5
16
108
73
13
Advertenties
Inhoudsopgave
