16.3
Uitgangen
In dit menu is het mogelijk om voor elk relais het type aansturing en het minimale
toerental in te stellen.
De aansturing geeft aan op welke manier de toerentalregeling van een aangesloten
pomp plaatsvindt. Uit de volgende modi kan bij de aansturing worden gekozen:
adapter
= toerentalregelingssignaal van een interfaceadapter VBus
0-10 V
= toerentalregeling via een 0-10 V-signaal
PWM
= toerentalregeling via een PWM-signaal
standaard = impulspakketbesturing (fabrieksinstelling)
De toerentalregeling van een HR-pomp vindt plaats via een PWM-signaal / 0 - 10
V-aansturing. Naast de aansluiting op het relais (spanningsvoorziening) moet de
pomp op één van de PWM-uitgangen van de regelaar worden aangesloten.
Wanneer het signaaltype pWM of 0-10 V wordt geselecteerd, verschijnen de
instelkanalen Uitgang en Profi el. Onder Uitgang kan één van de 2 PWM/0-10
V-uitgangen worden geselecteerd. Onder Profi el staan PWM-karakteristieken voor
de selectie van solar- en verwarmingspompen.
Aanwijzing:
Als de in het menu uitgangen ingestelde waarde voor het minimumtoeren-
tal afwijkt van het ingestelde minimumtoerental voor de toegewezen uit-
gang in een keuzefunctie, geldt alleen de hogere van de beide instellingen.
Aanwijzing:
Als voor een uitgang de aansturing PWM, adapter of 0-10 V wordt geko-
zen, wordt het instelbereik van het minimumtoerental voor deze uitgang
uitbreid tot 20 ... 100 %.
in- / uitgangen / uitgangen
Instelkanaal Betekenis
R1 ... R5
Keuze relaisuitgang
aansturing
Aansturingsmodus
uitgang
Keuze PWM-uitgang
profi el
Karakteristiek
min. snelheid Minimumtoerental
Karakteristiek aansturing: PWM; Profi el: Zonne-energie
H
max
/ PWM
®
min
0
7
12
Karakteristiek aansturing: PWM; Profi el: Verwarming
H
max
min
0 5
Instelbereik / keuze
Fabrieksinstelling
-
-
adapter, 0-10 V, PWM, standaard standaard
A, B
-
zonne-energie, verwarming
Zonne-energie
(20) 30 ... 100 %
30 %
95 100
PWM %
85
88
93
100
PWM %
69