Functieblok
Naast de voorgedefi nieerde keuzefuncties staan functieblokken ter beschikking die
uit thermostaat-, timer en verschilfuncties bestaan. Hiermee kunnen andere com-
ponenten resp. functies worden gerealiseerd.
Voor de functieblokken kunnen sensoren en vrije relais worden toegewezen. Reeds
gebruikte sensoren kunnen worden gebruikt zonder hun regelfunctie te beïnvloe-
den.
Binnen een functieblok zijn de functies aan elkaar gekoppeld (EN-koppeling), d.w.z.
dat er aan de schakelvoorwaarden van alle geactiveerde functies moet zijn voldaan,
zodat het toegewezen relais schakelt. Zodra niet meer wordt voldaan een enkele
schakelvoorwaarde, wordt het relais uitgeschakeld.
thermostaatfunctie
Wanneer de ingestelde inschakeltemperatuur (Th(x)aan) is bereikt, is er aan de
schakelvoorwaarde voor de thermostaatfunctie voldaan. Wanneer de ingestelde
uitschakeltemperatuur (Th(x)uit) is bereikt, is er niet meer aan de schakelvoor-
waarde voor de thermostaatfunctie voldaan.
De referentiesensor in het kanaal Sensor toewijzen.
Stel de maximumtemperatuurlimiet met th(x)uit > th(x)aan in en de minimum-
temperatuurlimiet met th(x)aan > th(x)uit. De temperaturen mogen niet gelijk zijn.
Δt -functie
Wanneer het ingestelde inschakeltemperatuurverschil (ΔT(x)aan) is bereikt, is er
aan de schakelvoorwaarde voor de ΔT-functie voldaan. Wanneer het ingestelde
uitschakeltemperatuurverschil (ΔT(x)aan) is bereikt, is er niet meer aan de scha-
kelvoorwaarde voor de ΔT-functie voldaan.
De ΔT-functie is voorzien van een toerentalregelfunctie. Er kunnen een gewenst
temperatuurverschil en een minimumtoerental worden ingesteld. De vast ingestel-
de waarde voor de stijging ligt bij 2 K.
52
Referentierelais
Er kunnen maximaal 5 referentierelais worden gekozen.
In de menuoptie modus kan worden gekozen of de referentierelais in serie (AND)
of parallel (OR) moeten worden geschakeld.
In modus OR is er aan de schakelvoorwaarde voor de referentierelaisfunctie vol-
daan, wanneer ten minste één referentierelais is ingeschakeld.
Wanneer er geen referentierelais is ingeschakeld, is er niet meer voldaan aan de
schakelvoorwaarde voor de referentierelaisfunctie.
In modus AND is er aan de schakelvoorwaarde voor de referentierelaisfunctie
voldaan, wanneer er geen referentierelais is uitgeschakeld. Zodra ten minste één
referentierelais is uitgeschakeld, is er niet meer voldaan aan de schakelvoorwaarde
voor de referentierelaisfunctie.
Aanwijzing:
Als meerdere functieblokken zijn geactiveerd, mogen relais van numeriek
hogere functieblokken niet als referentierelais worden gebruikt.
Aanwijzing:
Zie pagina 11 voor informatie over het instellen van de timer.
Tha- S3*
Thb-S4*
functie
thermostaat a
thermostaat b
ΔT-functie
timer
ref. relais
relais
referentierelais
ΔT-S3>S4*
timer
ref. relais
* Voorbeeldselectie sensoren en relais zijn vrij selecteerbaar
RX
Referentierelais 1
Referen-
Referen-
Referentierelais 2
tierelais 1
tierelais 3
Referentierelais 3
Referen-
Referen-
Referentierelais 4
tierelais 2
tierelais 4
Referentierelais 5
1. parallel (OF)
2. in serie (EN)
R3*
Referen-
tierelais 5