10.2
Verwarmingscircuits (alleen in combinatie met uitbreidingsmodule EM)
De regelaar kan met de betreffende uitbreidingsmodules tot 2 externe, weersge-
stuurde verwarmingscircuits aansturen.
Als één of meerdere externe uitbreidingsmodules worden aangesloten, moeten
deze in de regelaar worden aangemeld. Alleen aangemelde modules verschijnen bij
de verwarmingscircuitselectie.
Als nieuw verwarmingscircuit wordt gekozen, kan tussen de evt. aangemelde
modules worden gekozen.
Uitbreidingsmodules kunnen in het menu in-/uitgangen / modules worden aan- of
afgemeld.
Als een extern verwarmingscircuit is gekozen, wordt een nieuw menu geopend.
In dit menu kunnen aan het verwarmingscircuit de benodigde relais en sensoren
worden toegewezen alsmede alle andere instellingen worden gedaan.
Aanwijzing:
Alleen de relais en sensoren van de aangemelde modules kunnen worden
geselecteerd!
De regelaar berekent voor elk verwarmingscircuit een gewenste voorlooptempe-
ratuur aan de hand van de buitentemperatuur en de gekozen verwarmingscurve.
Als de gemeten voorlooptemperatuur van de gewenste voorlooptemperatuur af-
wijkt, wordt de menger aangestuurd om de voorlooptemperatuur overeenkomstig
aan te passen.
Als de buitentemperatuur zover daalt dat de berekende gewenste voorlooptempe-
ratuur boven de maximale voorlooptemperatuur ligt, dan geldt voor de duur van
deze overschrijding de maximale voorlooptemperatuur als gewenste temperatuur.
Als de buitentemperatuursensor uitvalt, wordt een storingsmelding gegenereerd.
Voor de duur van de uitval geldt de maximale voorlooptemperatuur -5 K als no-
minale voorlooptemperatuur.
Met Timer kan de dag-/nachtmodus. worden ingesteld. In de dagfasen wordt de
nominale voorlooptemperatuur dan met de ingestelde waarde dagcorrectie ver-
hoogd; in de nachtfasen daarentegen met de waarde verlaging verlaagd.
56
Zomerstand
Met het kanaal modus kan worden ingesteld hoe het verwarmingscircuit in de
zomerstand wordt gezet:
Zomer uit: De zomerstand wordt ingeschakeld als de buitentemperatuur de inge-
stelde zomertemperatuur tzomer overschrijdt.
Externe schakelaar: Er kan een sensoringang worden gekozen, waarop een scha-
kelaar wordt aangesloten. Als de schakelaar wordt bediend, gaat het verwarmings-
circuit onafhankelijk van de buitentemperatuur over in de zomerstand.
Beide: De zomerstand wordt alleen temperatuurafhankelijk geschakeld als de
schakelaar is uitgeschakeld. Als de schakelaar wordt bediend, gaat het verwarmings-
circuit onafhankelijk van de buitentemperatuur over in de zomerstand.
Zomertemperatuur
Als onder modus zomer uit of beide is gekozen, kan de zomertemperatuur
zomertemperatuur tag worden ingesteld. Als de buitentemperatuur de bij Tzo-
mer ingestelde waarde overschrijdt, wordt de pomp van het verwarmingscircuit
uitgeschakeld.