Modus alleen elektrische verwarmer
Wanneer de toets
elektrische verwarmer op handmatig is gedraaid
wanneer de unit UIT is (standby), werkt de elektrische verwarmer alleen
tot de bovenste boilertanktemperatuur T3 de handmatig ingestelde tem-
peratuur TS2 bereikt.
3 seg
1. 2.
1.
Afb. 24 Modus alleen elektrische verwarmer
Antivriesmodus
Wanneer de eenheid UIT is en de onderste boilertankwatertemperatuur
is T2 ≤ 5 °C (bevriezingsbeveiliging boilertankwater), werkt de elektri-
sche verwarmingsmodus alleen tot de onderste boilertanktemperatuur
is T2 ≥ 10 °C of de eenheid wordt ingeschakeld.
Ontdooimodus
Het pictogram
geeft aan dat de ontdooifunctie is geactiveerd. Dit is
een automatische functie en het systeem zal het ontdooien starten en
stoppen conform het interne regelprogramma.
In de ontdooimodus zal de elektrische verwarmer alleen werken als pa-
rameter 20 is ingesteld op 1=aan.
Afb. 25 Instelling ontdooimodus
Modus desinfectiecyclus
Elke week zal de elektrische verwarmer automatisch starten op de inge-
stelde tijd (parameter 13) onafhankelijk of de machine AAN of UIT
(standby) is.
Wanneer de bovenste boilertanktemperatuur is T3 ≥ TS3 (parameter 4
= 70 °C standaard), stopt de elektrische verwarmer.
Wanneer de bovenste boilertanktemperatuur is T3 ≤ TS3-2 °C, start de
elektrische verwarmer. De bovenste boilertanktemperatuur T3 wordt
Logatherm – 6721848991 (2023/12)
binnen het bereik TS3-2 °C to TS3 gehouden gedurende de ingestelde
desinfectietijd t2 (parameter 5 = 30 min standaard). Vervolgens stopt
de eenheid de desinfectie.
Het interval tussen de desinfectiecycli is standaard 7 dagen (parameter
21). Dit interval kan handmatig worden ingesteld.
Ventilatiemodus
Het pictogram
Terwijl de warmtepomp AAN is:
▶ Houd de toets
2.
0010041556-001
Afb. 26 Instelling ventilatiemodus
6.1.8
Parameterlijst
Om het overzicht van de systeemparameters te openen en parameters
te controleren:
▶ Houd de toets
0010041562-001
Afb. 27 Weergave systeemparameter
geeft aan dat de ventilatiefunctie is ingeschakeld.
ingedrukt gedurende 5 seconden om de ventilatie-
functie aan of uit te schakelen.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, zal de ventilator blijven wer-
ken om de lucht te ventileren, zelfs wanneer de watertemperatuur de
gewenste waarde bereikt en de eenheid overgaat in de standby-mo-
dus.
Wanneer deze functie is uitgeschakeld, zal de ventilator stoppen
wanneer de watertemperatuur de gewenste waarde bereikt en de
eenheid overgaat in de standby-modus.
1.
Parameters
ingedrukt gedurende 5 seconden terwijl de een-
heid in bedrijf is.
5 seg
1.
1.
2.
6
Bediening
0010041560-001
2.
3.
0010041557-001
21