Vóór gebruik:
•
Inspecteer de verpakking op beschadiging.
•
Controleer of het juiste product geleverd is.
•
Controleer of het hulpmiddel vrij van beschadigingen is.
•
Controleer of alle onderdelen/componenten aanwezig zijn in de verpakking.
•
Controleer of alle goedgekeurde accessoires aanwezig zijn in de verpakking.
•
Controleer of het document Product Quality Approval (goedkeuring productkwaliteit) bijgesloten is in de
verpakking. Bewaar dit document voor toekomstig contact met de fabrikant.
•
Zorg ervoor dat het hulpmiddel correct in elkaar gezet wordt/is.
•
Controleer de lift-functie en de verstelfunctie van het onderste deel van het frame.
•
Kijk of het mogelijk is om het hulpmiddel in alle richtingen te bewegen.
•
Controleer regelmatig de toestand en werking van de gordel/het harnas. Controleer het product altijd na
het wassen.Het volgende moet worden gecontroleerd: rafels, losse steken, schade aan de stof, randen,
handgrepen, gebroken gespen. Als een van deze punten van toepassing is, moet het product worden
weggegooid.
3. Het gebruik van het Bure looprek
Sta- en looptraining, met elektrische motor:
1.
Vraag de gebruiker om op de rand van bed of stoel te gaan zitten. Plaats het looprek voor de gebruiker.
Vergrendel de remmen op de wielen.
2.
Vraag de gebruiker om zijn armen op de armsteunen te leggen. Indien nodig, vraag de gebruiker om op zijn
zitplaats naar voren te schuiven zodat de gebruiker bij de handgrepen kan.
3.
Vraag de gebruiker om naar voren te leunen. Om het looprek omhoog te brengen, druk op de knop UP op de
controller. Breng het looprek omhoog tot de gewenste hoogte.
4.
Ontgrendel de remmen. Pas de hoogte van het looprek aan tot de gewenste positie bereikt is
5.
Begeleid de gebruiker bij het lopen.
Met gaszuiger of manueel:
1.
Vraag de gebruiker om op de rand van bed of stoel te gaan zitten. Plaats het looprek voor de gebruiker.
Vergrendel de remmen op de wielen.
2.
Breng de looptafel omhoog door:
a. De hendel op de gaszuiger in te drukken.
b. De hendel te openen, de hoogte in te stellen en de hendel te sluiten.
3.
Vraag de gebruiker om naar voren te leunen, de armleuning vast te pakken en op te staan.
4.
Pas de hoogte van het looprek aan tot de gewenste positie bereikt is.
5.
Begeleid de gebruiker bij het lopen.
I F U
97