Voor het eerste gebruik
I
INSTRUCTIE
De „Out"-aansluiting is beveiligd tegen overbelasting door een zelfresettende 0,5 A
zekering.
1. Sluit de „+Batt"-aansluiting aan op een voedingsspanning van 12 V/24 V, bijv. een thuisaccu
(afb. 3 2, pagina 3).
2. Bescherm de „+Batt"-aansluiting met een zekering van 1 A (afb. 3 2, pagina 3).
3. Sluit de „Out"-aansluiting aan op de verbruiker (afb. 3 4, pagina 3).
4. Sluit optioneel een transferrelais (afb. 3 5, pagina 3) aan om de schakeluitgang te versterken.
5. Activeer de schakeluitgang (hoofdstuk „De schakeluitgang handmatig activeren of deactive-
ren" op pagina 96).
7.4
De zonnemonitor monteren
A
LET OP! Gevaar voor schade
Controleer voor het zagen en boren van gaten of er geen elektrische kabels of andere
delen van het voertuig door boren, zagen of vijlen beschadigd kunnen raken.
1. Gebruik de boorsjabloon om een uitsparing van 71 x 66 mm in de wand te maken met een
minimale diepte van 21 mm.
2. Bedek de achterkant van de zonnemonitor met een niet-geleidend materiaal (bijv. plastic folie
of houten paneel) om de elektronica te beschermen.
3. Plaats de achterkant van de zonnemonitor in de uitsparing en schroef het voorpaneel van de
zonnemonitor aan de wand met behulp van de bevestigingsschroeven.
7.5
Zonnemonitor met de wandmontagedoos monteren (accessoire)
A
LET OP! Gevaar voor schade
Controleer voor het boren of er geen elektrische kabels of andere delen van het voer-
tuig door boren, zagen of vijlen beschadigd kunnen raken.
1. Bevestig de wandmontagedoos aan de wand met de meegeleverde schroeven.
2. Bevestig het voorpaneel van de zonnemonitor aan de wandmontagedoos met behulp van de
bevestigingsschroeven.
8
Voor het eerste gebruik
8.1
Maximale ingangsvermogen voor zonne-energie kalibreren
Bij het eerste gebruik van de zonnemonitor of na vervanging van het zonnesysteem, moet het
maximale ingangsvermogen voor zonne-energie worden gekalibreerd, afhankelijk van de nomi-
nale uitgang van het gebruikte zonnesysteem.
90
MT iQ Solar Monitor III
NL