60 | Nederlands
A
5 m
– Richt de laser op de nabijgelegen muur A en laat het meet-
gereedschap waterpassen. Markeer het midden van het
punt waar de laserlijnen zich op de wand kruisen (punt Ⅰ).
A
180°
– Draai het meetgereedschap 180°, laat het zich nivelleren
en markeer het kruispunt van de laserlijnen op de tegen-
overliggende wand B (punt Ⅱ).
– Plaats het meetgereedschap– zonder het te draaien –
dicht bij wand B, inschakelen en laat het zich nivelleren.
A
– Het meetgereedschap zodanig in de hoogte uitlijnen (met
het statief of eventueel door onderlegmateriaal), dat het
kruispunt van de laserlijnen exact het eerder gemarkeer-
de punt Ⅱ op wand B raakt.
A
d
1 609 92A 4HH | (16.11.2020)
– Draai het meetgereedschap 180°, zonder de hoogte te
wijzigen. Het zodanig op de wand A richten, dat de verti-
B
cale laserlijn door het eerder gemarkeerde punt Ⅰ loopt.
Laat het meetapparaat zich nivelleren en markeer het
kruispunt van de laserlijnen op de wand A (punt Ⅲ).
– Het verschil d van de beide gemarkeerde punten Ⅰ en Ⅲ
op de wand A geeft de werkelijke hoogteafwijking van het
meetgereedschap.
Op het meettraject van 2 × 5 m = 10 m bedraagt de maxi-
maal toegestane afwijking:
10 m × ±0,3 mm/m = ±3 mm. Het verschil d tussen de pun-
ten Ⅰ en Ⅲ mag dus maximaal 3 mm bedragen.
Nivelleernauwkeurigheid van de horizontale lijn
controleren
Voor de controle heeft u een vrij vlak van ca. 5 × 5 m nodig.
– Monteer het meetgereedschap in het midden tussen de
B
muren A en B op een statief of plaats het op een stevige,
vlakke ondergrond. Kies horizontale lijnmodus met auto-
matische nivellering en laat het meetgereedschap nivelle-
ren.
B
– Markeer op een afstand van 2,5 m van het meetgereed-
schap op beide muren het midden van de laserlijn (punt Ⅰ
op muur A en punt Ⅱ op muur B).
A
B
180°
– Plaats het meetgereedschap 180° gedraaid op een af-
stand van 5 m en laat het nivelleren.
A
B
B
Bosch Power Tools