6‐16
Reparatie
Pomp samenbouwen
De pomp installeren
P/N 7179370G02
1. Zie afbeelding 6‐8. Als dat nog niet is gebeurd, verwijder dan de
vierkante O‐ringen (5) van de luchtmotorkop, de middenkop en de
basiskop (4, 11 en 15). Breng een O‐ringsmering aan op de nieuwe
vierkante O‐ringen en leg deze in de groeven van de koppen. Zorg
ervoor dat de O‐ringen niet verwrongen in de groeven komen te liggen.
OPMERKING: Aan het ene uiteinde van de vloeistofcilinder (12) zit aan de
binnenrand een schuine kant. Monteer de vloeistofcilinder zodanig dat deze
schuine kant tegen de middenkop (11) komt.
2. Installeer de vloeistofcilinder (12) in de O‐ringgroef aan de basiskop en
geleid de vloeistofzuiger (13) vervolgens in de cilinder. Controleer of de
bovenrand aan de cilinder in de O‐ringgroef aan de onderkant van de
middenkop valt.
3. Installeer de vier inbusschroeven (17-B) als volgt via de middenkop:
LET OP: Draai de schroeven niet te vast aan. In dat geval kan de cilinder
beschadigd worden. Gebruik een inbussleutel van minder dan 100 mm (4
in.) lang.
a. Draai de eerste schroef in totdat de schroefkop tegen de middenkop
komt.
b. Draai de diagonaal tegenoverliggende schroef in totdat de
schroefkop tegen de middenkop komt.
c. Draai de overige twee schroeven in totdat de schroefkoppen tegen de
middenkop komen.
d. Begin met de eerste schroef en werk rechtsom; draai elke schroef nu
strak aan met de schroefkop tegen de middenkop.
e. Begin met de eerste schroef en werk rechtsom; zet elke schroef vast
met 3,4 NDm (30 in.‐lb).
f.
Herhaal stap e en zet elke schroef vast met 6,8 NDm (60 in.‐lb).
g. Herhaal stap e en zet elke schroef vast met 9 NDm (80 in.‐lb).
h. Herhaal stap g.
4. Installeer de luchtmotorcilinder (6) door deze over de luchtmotorzuiger
(8) heen te kantelen. Kantel de cilinder geleidelijk verder tot deze
verticaal staat en de luchtzuiger geheel in de cilinder steekt.
5. Druk de luchtmotorcilinder omlaag en zorg dat de rand onderaan de
cilinder in de O‐ringgroef in de middenkop valt.
6. Installeer de luchtmotorkop aan de luchtcilinder. Controleer of de
bovenrand aan de cilinder in de O‐ringgroef van de luchtmotorkop valt.
7. Installeer de vier inbusschroeven (17‐A) via de luchtmotorkop en zet ze
vast volgens de procedure in stap 3.
1. Zie afbeelding 6‐7. Installeer de pomp (1) aan het pompsteunpaneel en
zet deze vast met de schroeven en de ringen (2).
2. Sluit de luchtslangen (4) en de vloeistofslangen (3) aan op de
bijbehorende aansluitingen.
E 2008 Nordson Corporation