Download Print deze pagina

Dolmar ES-154 TLC Gebruiksaanwijzing pagina 61

Verberg thumbnails Zie ook voor ES-154 TLC:

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 54
• Zet het hout dat u gaat zagen altijd vast omdat anders
de houtsnippers kunnen leiden tot persoonlijk letsel.
Afzagen (zie afb. 27)
Plaats bij het afzagen de getande kam op het hout waarin
u wilt zagen, zoals aangegeven in de afbeelding.
Zaag met draaiende zaagketting in het hout en til de
achterhandgreep op terwijl u met de voorhandgreep het
zagen geleidt. Gebruik op deze manier de getande kam
als scharnierpunt.
Vervolg de zaagsnede door licht op de voorhandgreep te
drukken en de kettingzaag iets terug te trekken. Plaats de
getande kam lager tegen het hout en til de voorhandgreep
weer op.
Als u meerdere zaagsneden maakt, schakelt u de
kettingzaag uit tussen de zaagsneden.
LET OP:
• Als de zaagketting langs de bovenrand van het
zaagblad wordt gebruikt om te zagen, kan de
kettingzaag in uw richting worden bewogen als de
ketting klem komt te zitten. Om deze reden moet u met
de onderrand van het zaagblad zagen zodat de
kettingzaag van uw lichaam af wordt bewogen (zie
afb. 28).
Als hout onder spanning staat, zaagt u eerst de kant met
de duwkracht (A). Maak de eindsnede aan de kant met de
trekkracht (B). Hiermee voorkomt u dat het zaagblad
bekneld raakt (zie afb. 29).
Takken afzagen
LET OP:
• Takken afzagen mag uitsluitend worden uitgevoerd
door opgeleide personen. Door het risico van terugslag
kan een gevaarlijke situatie ontstaan.
Ondersteun bij het afzagen van takken zo mogelijk de
kettingzaag op de boomstam. Zaag niet met de punt van
het zaagblad omdat hierdoor de kans op terugslag
ontstaat.
Let met name goed op bij takken die onder spanning
staan. Zaag geen takken vanaf de onderkant als deze niet
worden ondersteund.
Ga bij het afzagen van takken niet bovenop de
omgezaagde boomstam staan.
Inzagen en in de richting van de houtnerf
zagen
LET OP:
• Inzagen en in de richting van de houtnerf zagen mag
uitsluitend worden uitgevoerd door personen met
speciale training. Het risico van terugslag vormt een
kans op letsel.
Als u in de richting van de houtnerf zaagt, moet de hoek
zo klein mogelijk zijn. Voer het zagen zo voorzichtig
mogelijk uit, want de getande kam kan niet worden
gebruikt (zie afb. 30).
Omzagen
LET OP:
• Omzagen mag uitsluitend worden uitgevoerd door
opgeleide personen. Het werk is gevaarlijk.
Houd u aan de plaatselijke regelgeving als u een boom
wilt omzagen (zie afb. 31).
– Voordat u met het omzagen begint, controleert u de
volgende punten:
(1) Uitsluitend de personen die betrokken zijn bij het
omzagen mogen zich in de buurt bevinden;
(2) Iedere betrokken persoon moet een ongehinderde
vluchtroute hebben door een gebied van ongeveer
45° aan weerskanten van de vallijn. Let op het
risico van struikelen over elektrische snoeren;
(3) De voet van de stam met vrij zijn van vreemde
voorwerpen, wortels en takken;
(4) Binnen een afstand van 2 1/2 keer de lengte van de
boom mogen zich geen personen of voorwerpen
bevinden in de richting waarin de boom zal vallen.
– Let met betrekking tot ieder boom op de volgende
punten:
• De richting waarin de boom overhelt;
• Losse of droge takken;
• Hoogte van de boom;
• Natuurlijke overhang;
• Of de boom verrot is of niet.
– Let op de windsnelheid en -richting. Zaag geen bomen
om als er sterke rukwinden zijn.
– Afkorten van worteluitwassen: Begin met de grootste
uitwassen. Maak eerst de verticale zaagsnede.
– Zaag een inkeping: De inkeping bepaalt de richting
waarin de boom valt en geleidt de val. De inkeping
wordt gemaakt aan de kant waarheen de boom moet
vallen. Maak de inkeping zo dicht mogelijk bij de grond.
Maak eerst de horizontale zaagsnede tot een diepte
van 1/5 tot 1/3 van de stamdiameter. Maak de inkeping
niet te groot. Maak vervolgens de diagonale
zaagsnede (zie afb. 32).
– Maak eventuele correcties aan de inkeping over de
gehele breedte ervan.
– Maak de zaagsnede aan de achterkant iets hoger dan
de horizontale zaagsnede van de inkeping. De
zaagsnede aan de achterkant moet precies horizontaal
zijn. Laat ongeveer 1/10 van de stamdiameter over
tussen de zaagsnede aan de achterkant en de
inkeping.
De houtvezels in het niet-doorgezaagde deel van de
stam werken als een scharnier. Zaag niet de volledige
diameter van de stam door omdat dan de boom
ongecontroleerd zal vallen. Plaats bijtijds wiggen in de
zaagsnede aan de achterkant (zie afb. 33).
– Alleen kunststof- of aluminiumwiggen mogen worden
gebruikt om de zaagsnede aan de achterkant open te
houden. IJzeren wiggen mogen niet worden gebruikt.
– Ga aan de zijkant van de vallende boom staan. Houd
aan de achterkant van de vallende boom een gebied
vrij met een hoek van 45° aan weerskanten van de
vallijn (zie de afbeelding bij "Werkgebied bij omzagen").
Let goed op vallende takken.
– Alvorens met het omzagen te beginnen, moet een
vluchtroute worden voorbereid en vrijgemaakt. De
vluchtroute dient schuin naar achteren van de
verwachtte vallijn te lopen, zoals aangegeven in de
afbeelding (zie afb. 34).
61

Advertenties

loading