Om olie bij te vullen voert u de volgende stappen uit (zie
afb. 22):
1. Reinig het gebied rondom de olievuldop zorgvuldig om
te voorkomen dat vuil in de olietank kan komen.
2. Draai de olievuldop eraf en vul olie bij tot aan de
onderrand van de vulnek.
3. Draai de olievuldop stevig terug op zijn plaats.
4. Veeg eventueel gemorste olie zorgvuldig weg.
OPMERKING:
• Als de kettingzaag voor het eerst wordt gebruikt, kan
het maximaal twee minuten duren voordat de
zaagkettingolie het zaagmechanisme begint te smeren.
Laat gedurende deze tijd de kettingzaag onbelast
draaien (zie "CONTROLES").
CONTROLES
Alvorens met de werkzaamheden te beginnen, voert u de
volgende controles uit:
De kettingspanning controleren
WAARSCHUWING:
• Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u de
kettingspanning controleert en draag daarbij een
veiligheidsbril.
(Voor modellen met een moer) (zie afb. 17)
(Voor modellen met een hendel) (zie afb. 18)
Controleer of de zaagketting goed langs de onderkant van
het zaagblad loopt (zie cirkel).
Controleer de kettingspanning veelvuldig omdat een
nieuwe ketting door gebruik langer wordt.
Door een buitensporig hoge kettingspanning kan de
zaagketting breken, het zaagblad slijten en de stelknop
afbreken.
Een te slappe zaagketting kan van het zaagblad af lopen
en verhoogt daarmee de kans op een ongeval.
Als de zaagketting te slap staat: Raadpleeg het tekstdeel
getiteld "De kettingspanning instellen" en stelt u de
kettingspanning opnieuw in.
De werking van de aan-uitschakelaar
controleren
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de stekker in het stopcontact
steekt, of de aan-uitschakelaar op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat deze
is losgelaten.
Om te voorkomen dat de aan-uitschakelaar per ongeluk
wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht.
Om het gereedschap te starten, drukt u de uit-
vergrendelknop in en knijpt u de aan-uitschakelaar in.
Laat de aan-uitschakelaar los om het gereedschap te
stoppen.
Knijp de aan-uitschakelaar niet hard in zonder de uit-
vergrendelknop in te drukken. Hierdoor kan de aan-
uitschakelaar kapot gaan.
De kettingrem controleren
OPMERKING:
• Als de kettingzaag niet kan worden gestart, controleert
u of de kettingrem is losgezet. Om de kettingrem los te
zetten, trekt u de beschermkap van de voorhandgreep
60
stevig naar achteren tot u voelt dat deze aangrijpt (zie
afb. 23 en 24).
Controleer de kettingrem als volgt:
1. Houd de kettingzaag met beide handen vast bij het
inschakelen. Houd de achterhandgreep met uw
rechterhand vast en de voorhandgreep met uw
linkerhand. Zorg ervoor dat het zaagblad en de
zaagketting geen enkel voorwerp raken.
2. Druk eerst de uit-vergrendelknop in en knijp daarna de
aan-uitschakelaar in. De zaagketting begint
onmiddellijk te draaien.
3. Duw de beschermkap van de voorhandgreep naar
voren met de rug van uw hand. Controleer of de
zaagketting onmiddellijk tot stilstand komt.
LET OP:
• Als de zaagketting niet onmiddellijk tot stilstand komt,
mag u de kettingzaag onder geen enkele voorwaarde
gebruiken. Neem contact op met een erkend
DOLMAR-servicecentrum.
De uitlooprem controleren
Schakel de kettingzaag in.
Laat de aan-uitschakelaar helemaal los. Controleer of de
zaagketting binnen één seconde tot stilstand komt.
LET OP:
• Als de zaagketting niet onmiddellijk tot stilstand komt,
mag u de kettingzaag onder geen enkele voorwaarde
gebruiken. Neem contact op met een erkend
DOLMAR-servicecentrum.
De kettingsmeerinrichting controleren
Alvorens met het werk te beginnen, controleert u het
oliepeil in de olietank en de olietoevoer.
Het oliepeil kan worden gecontroleerd door het peilglas
aangegeven in de afbeelding (zie afb. 25).
Controleer de olietoevoer op de volgende manier:
Start de kettingzaag.
Terwijl de zaagketting draait, houdt u de zaagketting
ongeveer 15 cm boven een boomstam of de grond. Als de
smering voldoende is, zullen de oliespetters een dunne
oliestreep vormen.
Let op de windrichting en stel uzelf niet onnodig bloot aan
de oliespetters.
LET OP:
• Als geen oliestreep wordt gevormd, mag u de
kettingzaag niet gebruiken. De levensduur van de
zaagketting zal dan worden verkort. Controleer het
oliepeil. Maak de olietoevoergroef en het
olietoevoergat in het zaagblad schoon (raadpleeg
"ONDERHOUD").
De kettingsmering afstellen (zie afb. 26)
U kunt de toevoersnelheid van de oliepomp afstellen met
behulp van de stelschroef.
WERKEN MET DE KETTINGZAAG
LET OP:
• Gebruik altijd de voorhandgreep en achterhandgreep,
en houd het gereedschap tijdens gebruik stevig vast
aan zowel de voorhandgreep als de achterhandgreep.