Een pincode instellen: Een pincode bestaat uit een reeks cijfers. U kunt snel en gemakkelijk een
l
pincode invullen om uw apparaat te ontgrendelen. Gebruik voor betere beveiliging een lange reeks
willekeurige cijfers als uw pincode. Ga naar Stel wachtwoord voor schermvergrendeling in en
volg de meldingen om een pincode in te stellen. U kunt ook Ontgrendelingsmethode wijzigen
aantikken en 4-cijferige pincode of Aangepaste pincode instellen.
Een patroon instellen: Ontgrendel uw apparaat door een vooraf ingesteld patroon op het scherm
l
te tekenen. Gebruik voor betere beveiliging een patroon met overlappende lijnsegmenten. Ga naar
Stel wachtwoord voor schermvergrendeling in > Ontgrendelingsmethode wijzigen >
Patroon en teken twee keer hetzelfde patroon. Het patroon moet minimaal 4 stippen met elkaar
verbinden.
Een wachtwoord instellen: Een wachtwoord dat uit cijfers, letters en speciale tekens bestaat, is
l
veiliger dan een pincode of patroon. Gebruik voor betere beveiliging een wachtwoord met 8 of
meer tekens, bestaande uit cijfers, letters en speciale tekens. Onthoud het wachtwoord om te
voorkomen dat u geen toegang meer tot uw apparaat hebt als u het vergeet. Ga naar Stel
wachtwoord voor schermvergrendeling in > Ontgrendelingsmethode wijzigen >
Wachtwoord en volg de meldingen om een wachtwoord in te stellen.
Uw apparaat ontgrendelen met een smartband: Als uw apparaat ontgrendeling met een
l
smartband ondersteunt, zal het scherm automatisch oplichten als de band binnen 80 cm van uw
apparaat komt. Uw apparaat wordt direct ontgrendeld als u over het scherm veegt. Tik Slim
ontgrendelen aan en volg de meldingen op het scherm om de configuratie te voltooien.
Uw apparaat ontgrendelen met een vingerafdruk: Uw apparaat ondersteunt
l
ontgrendeling met een vingerafdruk. Dit is de aanbevolen ontgrendelingsmethode. Het gebruik
van een vingerafdruk biedt een veilige en snelle manier om het apparaat te ontgrendelen. Tik
nadat u een wachtwoord voor het vergrendelscherm hebt ingesteld Vastleggen aan in het
dialoogvenster dat wordt geopend en volg de meldingen op het scherm om uw
vingerafdrukken te registreren.
Schakel het wachtwoord voor het vergrendelscherm om veiligheidsredenen niet uit:
l
Een wachtwoord voor het vergrendelscherm voorkomt ongeverifieerde toegang tot uw
apparaat. Selecteer omwille van de veiligheid van uw apparaat niet
Schermvergrendelingswachtwoord uitschakelen als de schermvergrendelingsmethode.
Regelmatige wachtwoordmeldingen helpen u om uw wachtwoord te onthouden: Als u
l
uw schermvergrendelingswachtwoord 3 dagen niet hebt ingevoerd, verplicht het systeem u om
het wachtwoord in te vullen om uw apparaat te ontgrendelen.
Het scherm vergrendelen om uw apparaat te beveiligen
Als u uw apparaat een bepaalde tijd niet gebruikt, zal het scherm worden uitgeschakeld en
vergrendeld. Zolang het scherm blijft ingeschakeld, kunt u uw apparaat gebruiken zonder dat u het
scherm hoeft te ontgrendelen. Vergrendel uw scherm als u uw apparaat niet gebruikt, zodat uw
privacy wordt beschermd en ongewenste invoer wordt voorkomen.
Startscherm
11