1.1 Beoogd gebruik
Controleer aan de hand van de installatie- en onderhoudsinstructies, het typeplaatje en het
technische informatieblad of het product geschikt is voor het beoogde gebruik/de beoogde
toepassing. De serie CRU 200 en 500 voldoet volledig aan de richtlijnen en normen die worden
vermeld in de Spirax Sarco Conformiteitsverklaring (zie hoofdstuk 7). Dit product is geen drukvat
en is ontworpen om te werken bij atmosferische druk en valt daarom buiten het toepassingsgebied
van de Europese Richtlijn voor Drukapparatuur.
i)
Het product is speciaal ontworpen voor gebruik op heet condensaat. Het gebruik van het product op
andere vloeistoffen is mogelijk, maar als dit overwogen wordt, moet contact opgenomen worden met
Spirax Sarco om de geschiktheid van het product voor de overwogen toepassing te bevestigen.
ii)
Controleer de geschiktheid van het materiaal, de druk en de temperatuur en hun maximum- en
minimumwaarden. Als de maximale werkingsgrenzen van het product lager zijn dan die van de installatie
waarin het wordt gemonteerd, of als een storing in het product tot een gevaarlijke overdruk of te hoge
temperatuur zou kunnen leiden, zorg dan dat in het systeem een veiligheidsinrichting is opgenomen
om zulke overbegrensde situaties te voorkomen.
iii) Bepaal de juiste installatiesituatie en de richting van de vloeistofstroom.
iv) De producten van Spirax Sarco zijn niet bestemd om te weerstaan aan externe spanningen die kunnen
worden veroorzaakt door een installatie waarop zij zijn gemonteerd. Het is de verantwoordelijkheid van
de installateur om met deze spanningen rekening te houden en de nodige voorzorgsmaatregelen te
nemen om ze tot een minimum te beperken.
v)
Verwijder de beschermkappen van alle aansluitingen en de beschermfolie van alle typeplaatjes, waar
nodig, vóór installatie op stoom of andere toepassingen met hoge temperaturen.
1.2 Toegang
Zorg voor een veilige toegang en indien nodig een veilig werkplatform (voldoende afgeschermd)
alvorens te proberen aan het product te werken. Zorg indien nodig voor geschikte hijsmiddelen.
1.3 Verlichting
Zorg voor voldoende verlichting, vooral wanneer gedetailleerde of ingewikkelde werkzaamheden
vereist zijn.
1.4 Gevaarlijke vloeistoffen of gassen in de pijpleiding
Wees bewust van wat er in de pijpleiding zit of wat er op een eerder tijdstip in de pijpleiding gezeten
kan hebben. Denk aan: ontvlambare materialen, stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid,
extreme temperaturen.
1.5 Gevaarlijke omgeving rond het product
Denk aan: explosiegevaarlijke zones, zuurstofgebrek (bv. tanks, kuilen), gevaarlijke gassen, extreme
temperaturen, hete opper vlakken, brandgevaar (bv. tijdens het lassen), overmatig lawaai,
bewegende machines.
IM-P681-13-NL CMGT-UKn-01
3