5. Opslag, uitschakeling en bescherming
Bij levering kan er restwater achterblijven in de pompleidingen en het pomphuis als gevolg van de testprocedures
in de fabriek. Als de apparatuur moet worden opgeslagen voordat deze wordt geïnstalleerd, moet deze worden
beschermd tegen temperaturen onder het vriespunt om mechanische schade door bevriezing te voorkomen.
De apparatuur uitschakelen
1.
Schakel de elektrische voeding uit en vergrendel de scheidingsschakelaar met deurvergrendeling.
2.
Sluit de zuig- en uitlaatkleppen van de pomp.
3.
Als de CRU 200 en 500 serie uit bedrijf wordt genomen, moet u de pompen beschermen tegen vorstschade
door achtergebleven condensaat in de pompen.
4.
Tap het condensaatopvangvat en de leidingen af naar een veilig aftappunt met behulp van het meegeleverde
aftappijpje.
5.
Tap het pomphuis indien nodig af naar een veilig aftappunt, volgens de handleiding van de pomp.
6.
Voordat de pomp lange tijd niet gebruikt wordt, moet deze gespoeld worden met schoon water om corrosie en
afzettingen in de pomp te voorkomen. Gebruik azijnzuur om eventuele kalkaanslag van de pomp te verwijderen.
Pompen die niet worden gebruikt tijdens vorstperiodes moeten worden afgetapt om schade te voorkomen.
Verwijder de vul- en aftappluggen van de pomp.
Breng de pluggen pas weer aan nadat de pomp weer in gebruik is genomen.
Als er kans is op condensatie in de motor, moet de aftapplug van de motor worden verwijderd voordat de motor
wordt opgestart en moet de aftapopening tijdens bedrijf open worden gehouden.
IM-P681-13-NL CMGT-UKn-01
van apparatuur
Aftapplug motor
Plug vullen
Aftapplug
17