Volg de aanwijzingen voor het onderhoud. Inspecteer regelmatig de stroomkabel, en laat deze herstellen of vervangen bij een erkend assisten-
tiecentrum indien deze beschadigd is. Controleer of de buitenkant van de compressor geen visieve onregelmatigheden heeft. Contacteer eventueel
het dichtst bijzijnde assistentiecentrum.
13.
VERLENGSNOEREN VOOR EXTERN GEBRUIK
Wanneer de compressor buiten wordt gebruikt, mogen enkel verlengsnoeren met de merking voor extern gebruik worden gebruikt.
14.
AANDACHT
Let goed op tijdens de handelingen. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik de compressor niet wanneer u moe bent. Gebruik de compressor niet
wanneer u onder invloed van alcohol, drugs of geneesmiddelen bent die slaperigheid veroorzaken.
15.
CONTROLEER DEFECTE DELEN OF LUCHTLEKKEN
Voordat de compressor weer gebruikt wordt, als een bescherming of andere delen beschadigd zijn, moet aandachtig gecontroleerd worden of de
voorziene veilige werking mogelijk is. Controleer de uitlijning van de bewegende delen, buizen, manometers, drukreductoren, pneumatische aanslui-
tingen en elk ander deel dat belangrijk is voor de normale werking. Elk beschadigd deel moet geschikt hersteld of vervangen worden bij een erkende
assistentiedienst, of zoals aangeduid wordt in de gebruiksaanwijzing.
16.
GEBRUIK DE COMPRESSOR UITSLUITEND VOOR DE TOEPASSINGEN DIE GESPECIFICEERD WORDEN IN DE GEBRUIKSA-
ANWIJZING
De compressor is een machine die perslucht produceert. Gebruik de compressor nooit voor andere doeleinden dan diegenen die aangeduid wor-
den in de gebruiksaanwijzing.
17.
GEBRUIK DE COMPRESSOR OP CORRECTE WIJZE
Doe de compressor werken conform de aanwijzingen in deze handleiding. De compressor mag niet gebruikt worden door kinderen of personen
die niet vertrouwd zijn met de werking.
18.
CONTROLEER OF ELKE SCHROEF, BOUT EN BEDEKKING GOED IS BEVESTIGD
19.
HOUD HET INLAATROOSTER GOED SCHOON
Houd het ventilatierooster van de motor goed schoon. Reinig dit rooster regelmatig als het werkgebied zeer vuil is.
20.
DOE DE COMPRESSOR WERKEN OP NOMINALE SPANNING
Doe de compressor werken aan de spanning die gespecificeerd wordt op het plaatje van de elektrische gegevens. Als de compressor gebruikt
wordt aan een spanning die hoger is dan de nominale spanning, zal de motor sneller draaien en kan deze dus beschadigd worden of verbranden.
21.
GEBRUIK DE COMPRESSOR NOOIT WANNEER DEZE DEFECT IS
Wanneer de compressor tijdens de werking vreemde geluiden gemaakt, excessief trilt of defect blijkt, moet deze onmiddellijk stilgelegd worden,
moet de functionaliteit gecontroleerd worden en moet het dichtst bijzijnde assistentiecentrum gecontacteerd worden.
22.
REINIG DE PLASTIC DELEN NIET MET OPLOSMIDDELEN
Oplosmiddelen zoals benzine, verdunningsmiddelen, gasolie of andere middelen die koolwaterstoffen bevatten, kunnen de plastic delen bescha-
digen. Reinig deze delen eventueel met een zachte doek en water en zeep of een geschikte vloeistof.
23.
GEBRUIK ENKEL ORIGINELE RESERVEONDERDELEN
Het gebruik van niet-originele reserveonderdelen doet de garantie vervallen, en doet de compressor slecht werken. De originele reserveonderde-
len zijn beschikbaar bij de erkende verkopers.
24.
VOER GEEN WIJZIGINGEN UIT AAN DE COMPRESSOR
Voer geen wijzigingen uit aan de compressor. Raadpleeg een erkend assistentiecentrum voor alle herstellingen. Een niet-goedgekeurde wijziging
kan de prestaties van de compressor verminderen, maar kan ook de oorzaak zijn van ernstige ongevallen voor de personen die niet over de nood-
zakelijke technische kennis beschikken om de wijzigingen uit te voeren.
25.
SCHAKEL DE COMPRESSOR UIT WANNEER DEZE NIET IN WERKING IS
Wanneer de compressor niet in gebruik is, moet de schakelaar in positie "0" (OFF) geplaatst worden, moet de compressor losgekoppeld worden
van de stroomtoevoer en moet de kraan van de lijn geopend worden om de perslucht uit de ketel af te voeren.
26.
RAAK DE HETE DELEN VAN DE COMPRESSOR NIET AAN
Raak de buizen, de motor en alle warme delen niet aan zodat brandwonden vermeden worden.
27.
RICHT DE LUCHTSTRAAL NIET RECHTSTREEKS NAAR HET LICHAAM
Richt de luchtstraal nooit naar personen of dieren, zodat risico's vermeden worden.
28.
SCHAKEL DE COMPRESSOR NIET UIT DOOR DE AAN DE STROOMKABEL TE TREKKEN
Gebruik de rode noodstopknop om de compressor uit te schakelen.
29.
PNEUMATISCHE CIRCUIT
Gebruik de aanbevolen buizen en pneumatische gereedschappen die een druk verdragen die gelijk of hoger is dan de maximum werkdruk van
de compressor.
30.
RESERVEONDERDELEN
Voor de herstellingen mogen uitsluitend originele reserveonderdelen gebruikt worden die identiek zijn aan diegenen die vervangen worden.
De herstellingen mogen enkel door een erkend assistentiecentrum uitgevoerd worden.
31.
VOOR EEN CORRECT GEBRUIK VAN DE COMPRESSOR
Voordat de handelingen uitgevoerd worden, moet het personeel perfect op de hoogte zijn van de positie en de werking van alle bedieningen en
van de kenmerken van de compressor.
32.
ONDERHOUDSHANDELINGEN
De handelingen van het gebruik en het onderhoud van de commerciële delen die op de machine gemonteerd zijn, die niet aangeduid worden in
deze handleiding, bevinden zich in bijlage.
33.
DRAAI DE AANSLUITING NIET LOS WANNEER DE KETEL ONDER DRUK IS GESTELD
Controleer of de druk van de ketel afgevoerd werd voordat eender welke aansluiting losgedraaid wordt.
34. VOER GEEN WIJZIGINGEN UIT AAN DE KETEL
De ketel van de perslucht mag niet doorboord, gelast of vervormd worden.
35. WANNEER DE COMPRESSOR GEBRUIKT WORDT OM TE SCHILDEREN
a)
Handel niet in gesloten ruimtes of nabij vuur.
b)
Controleer of de omgeving gepast verlucht wordt.
c)
Bescherm uw neus en mond met een daarvoor bestemd masker.
36.
STOP GEEN VOORWERPEN OF LICHAAMSDELEN IN DE BESCHERMENDE ROOSTERS
Stop geen voorwerpen of lichaamsdelen in de beschermende roosters, om persoonlijke letsels en schade aan de compressor te voorkomen.
BEWAAR DEZE AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK EN HET ONDERHOUD, EN STEL ZE TER BESCHIKKING VAN DE PERSONEN DIE
HET APPARAAT MOETEN GEBRUIKEN!
DE CONSTRUCTEUR BEHOUDT ZICH HET RECHT OM ZONDER WAARSCHUWING DE NODIGE WIJZIGIN-
GEN AAN TE BRENGEN.
1.a
lgemene InformatIe
5
NL