3. Klik op Toevoegen.
4. Selecteer uw printer en klik op Toevoegen.
Als uw printer niet in de lijst wordt vermeld, klikt
u op Meer printers en selecteert u een verbinding,
zoals EPSON TCP/IP. Selecteer uw printer in de
lijst en klik op Toevoegen.
5. Controleer of de zojuist toegevoegde printer in de
lijst met printers staat. Sluit het venster Printers.
22
De printkop uitlijnen
U moet de printkop uitlijnen voordat u uw gegevens
gaat afdrukken. Daarmee voorkomt u dat de
afdrukkwaliteit afneemt als gevolg van een verkeerde
uitlijning van de printkop. Met de optie Printkop
uitlijnen verbetert u de afdrukkwaliteit van uw
gegevens.
Voor Windows
1. Open de map Printers en faxapparaten of
Printers.
Windows XP:
Klik op Start, klik op Configuratiescherm, klik
op Printers en andere hardware en klik op
Printers en faxapparaten.
Opmerking:
Als u het Configuratiescherm gebruikt in de
Klassieke weergave, klikt u op Start, klikt u op
Configuratiescherm en klikt u op Printers en
faxapparaten.
Windows Vista:
, klik op Configuratiescherm, klik
Klik op
op Hardware en geluiden en klik op Printers.
Windows 2000:
Klik op Start, wijs Instellingen aan en selecteer
Printers.