c
Let op:
Ontgrendel de papierhendel nooit terwijl het
aan-uitlampje of pauzelampje knippert om
te voorkomen dat de printer beschadigd
raakt.
4. Plaats het papier in de invoersleuf en voer het door
tot het er aan de onderkant uitkomt.
Opmerking:
Laad het vel verticaal, zoals de meeste tijdschriften.
5. Zorg ervoor dat de onderrand en rechterkant van
het papier recht liggen en evenwijdig zijn aan de
horizontale en verticale lijn.
Opmerking:
❏ Lijn het papier goed uit met de posities voor
verticale en horizontale instelling. Als de
voorste rand van het papier buiten de positie
voor de papierinstelling uitsteekt of korter is
dan deze positie, veroorzaakt dat een fout.
❏ Als de voorste rand van het papier niet onder
de voorkap uitkomt, opent u de voorkap en
voert u het papier naar beneden door.
6. Vergrendel de papierhendel. Druk op de
of wacht een ogenblik.
7. Als op het LCD-scherm WILT U HET VOLGENDE
PAPIER GEBRUIKEN? verschijnt, drukt u op de
Menu-knop
om het materiaal te selecteren en
drukt u vervolgens op de Enter-knop
materiaal in te stellen.
De vorige instelling verschijnt op het LCD-scherm.
Als het afdrukmateriaal correct is, drukt u op de
papierbronknop
.
De printer is nu klaar om af te drukken. Zolang de
printer aan het afdrukken is, mag u de kap aan de
voorzijde niet openen. Als de kap aan de voorzijde
tijdens het afdrukken wordt geopend, stopt de printer
met afdrukken. Het afdrukken wordt hervat zodra de
voorkap wordt gesloten. Dit stoppen en verder
afdrukken kan ten koste gaan van de afdrukkwaliteit.
Opmerking:
Laat het papier niet te lang in de printer zitten, omdat
daardoor de kwaliteit vermindert. Wij raden u aan om
het papier na het afdrukken uit de printer te verwijderen.
-knop
om het
17