Eenheid luchtdruk
• Druk en houd de " "-toets (B7) ongeveer 3 seconden
ingedrukt tot de luchtdrukeenheid knippert.
• Druk op de „ " toets (B4) en „ " -toets (B5) om de
maateenheid "mb hPa" of "inHg" te kiezen.
• Bevestig de keuze met de " " toets (B7).
Ontwikkeling luchtdruk
• Het luchtdrukoverzicht van de laatste 24 uur wordt
weergegeven (A7).
6.6 Hoogste en laagste waarden van temperatuur en
luchtvochtigheid
• Het basisstation slaat automatisch de hoogste en laagste
waarden van temperatuur en luchtvochtigheid voor zowel
binnen als buiten op.
• Druk meerdere keren kort op de MEM-toets (B8) om
tussen de weergave van de momentele temperatuur
en luchtvochtigheid, de laagste temperatuur en
luchtvochtigheid (MIN) en de hoogste temperatuur en
luchtvochtigheid (MAX) om te schakelen.
• Houd de MEM-toets (B8) gedurende ca. 3 seconden
ingedrukt om de opgeslagen hoogste en laagste waarden
te resetten.
6.7 Comfortweergave
Het basisstation toont de volgende comfortzones, die
gebaseerd zijn op de verhouding van huidige temperatuur en
luchtvochtigheid binnen:
Weergave (A9)
38
Comfortzone
Zeer aangenaam
Aangenaam
Iets te koud of te warm /
Iets te droog of te vochtig
Te koud of te warm /
Duidelijk te droog of te vochtig
Veel te koud of warm /
Veel te droog of te vochtig
6.8 Maanfasen
Het basisstation geeft de momentele maanfase van de dag
(A5) met de volgende symbolen weer:
Weergave (A5)
6.9 Temperatuuralarm
Instelling boven-/ondergrens temperatuur
Aanwijzing
• U kunt voor ieder kanaal resp. verbonden meetstation
een onderste en bovenste grenswaarde vastleggen en het
alarm activeren.
• Houd er rekening mee dat de onderste grenswaarde ten
minste 1°C / 1°F onder de bovenste grenswaarde moet
liggen.
• Houd de " "-toets (B6) gedurende ca. 2 seconden ingedrukt.
• Het symbool voor de bovengrens van het temperatuuralarm
„ " begint te knipperen. Gebruik de knoppen „
" -toets (B4) en „ " – toets (B5) om de gewenste
maximumtemperatuur in te stellen. Druk nogmaals op de "
"-toets (B6) om uw instelling te bevestigen.
• Het symbool voor de ondergrens van het temperatuuralarm
„ " begint vervolgens te knipperen. Herhaal de
invoerprocedure voor de ondergrens.
Maanfase
Nieuwe maan
Halve maan (wassend)
Halve maan
Volle maan (wassend)
Volle maan
Halve maan (afnemend)
Halve maan
Halve maan (afnemend)