SPECIALE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
GEVAAR! HANDEN VER WEG HOUDEN VAN HET ZAAGBLAD.
•
Houd de machine altijd met één hand vast aan de zijhandgreep en met de andere aan de motorbehui-
zing. Als u de machine met beide handen vastgrijpt, bestaat er geen gevaar dat de handen in aanraking
komen met de zaagbladen. Houd de zaag aan de zijkant van het lichaam, zodat uw lichaam zich niet op
één lijn met het zaagblad bevindt. Houd de zaag goed vast om de controle niet te verliezen. Grijp niet
met de handen onder het materiaal dat u bewerkt.
•
De beschermkap biedt geen bescherming voor het zaagblad op de onderkant van het materiaal. Pro-
beer niet de reeds afgezaagde materiaaldelen te verwijderen, zolang het zaagblad nog beweegt. Wees
er steeds zeker van dat de onderste beschermkap juist gesloten is, vóór u de zaag gebruikt. Gebruik
de zaag niet, als de onderste beschermkap niet ongehinderd kan worden bewogen en niet onmiddellijk
sluit. Klem of bind de onderste beschermkap nooit in de geopende stand vast. Als de zaag per ongeluk
op de grond zou vallen, kan de onderste beschermkap buigen. Til de onderste beschermkap met
behulp van het hefhandvat, en zorg ervoor dat de beschermkap vrij kan bewegen en geen invloed heeft
op het zaagblad of een ander deel.
•
Controleer de bruikbaarheid en de toestand van de veer voor de onderste beschermkap in alle snijhoe-
ken en -dieptes. Als de beschermkap en de veer niet goed functioneren, moeten ze gerepareerd wor-
den vóór het verdere gebruik van de machine. Beschadigde delen, kleverige afzettingen en vuilresten
kunnen ertoe leiden dat de onderste beschermkap nog nauwelijks beweegt.
•
Trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder af en toe het zaagblad, reinig de bovenste en onders-
te beschermkap en de zone rond de naaf met vetoplosser en veeg alle delen droog, of reinig ze met
perslucht.
•
De onderste beschermkap moet alleen voor het maken van speciale snedes handmatig teruggetrokken
worden, bijvoorbeeld bij het snijden van binnengaten en bij samengestelde zaagsnedes. Hef de onders-
te beschermkap alleen op met de handgreep aan de beschermkap. Zodra het zaagblad in het materiaal
indringt, moet de onderste beschermkap vrijgegeven worden, om de verdere zaagwerkzaamheden
mogelijk te maken. De onderste beschermkap moet automatisch bewegen.
•
Let erop dat de onderste beschermkap het zaagblad bedekt, wanneer u de zaag uitschakelt. Als het
nog roterende, onbeschermde zaagblad met een hard oppervlak in aanraking komt, beweegt het
springerig en snijdt het alle voorwerpen waarmee het in aanraking komt. Denk eraan dat het een tijdje
duurt vóór het zaagblad tot stilstand komt, nadat de schakelaar losgelaten wordt.
•
Leg het materiaal dat u zaagt, NOOIT over uw been en hou het bij het zagen nooit met uw hand vast.
Het materiaal moet op een vaste ondersteuning liggen om letsels, een blokkering van het zaagblad of
ongecontroleerde bewegingen te vermijden.
•
Houd het werktuig steeds aan de geïsoleerde handgrepen vast, als u werkzaamheden uitvoert waarbij
de zaag met verborgen draden of met de eigen stroomkabel in aanraking zou kunnen komen. Bij aan-
raking met een stroomgeleidende draad staan ook de blootliggende metallische delen van het werktuig
onder spanning, wat kan leiden tot elektrische schok.
•
Gebruik UITSLUITEND DUALSAW-zaagbladen, die speciaal ontworpen zijn voor dit werktuig. Andere
zaagbladen passen niet nauwkeurig in de montage-inrichting en kunnen ertoe leiden dat de gebruiker
de controle over het werktuig verliest.
•
Gebruik nooit beschadigde of niet nauwkeurig passende flenzen of schroeven. De flenzen en schroeven
zijn zo ontworpen dat optimale prestaties en een veilige werking van de zaag gewaarborgd zijn.
•
Schakel de zaag NIET aan, terwijl u ze draagt. De onderste beschermkap kan opengaan bij het contact
met kledingstukken. Het accidenteel in contact komen met het roterend zaagblad kan ernstige letsels
veroorzaken.
•
Probeer nooit om de zaag te gebruiken met slechts één zaagblad. Dit leidt tot een terugslag van de
zaag in de richting van de gebruiker, wat ernstige letsels kan veroorzaken.
•
Er treedt een terugslag op, als een zaagblad ingeklemd wordt, blokkeert of niet meer ronddraait. De
terugslag leidt ertoe dat de zaag plots uit het werkstuk in de richting van de gebruiker springt.
•
Als het zaagblad ingeklemd raakt, of in de snijvoeg blokkeert, kan het niet meer draaien en wordt de
zaag door de motorbeweging achterwaarts in de richting van de gebruiker geslingerd.
•
Terugslag treedt op als het werktuig verkeerd gebruikt wordt, de gebruiksaanwijzingen niet in acht
worden genomen of er ongeschikte condities op de werkplek aanwezig zijn. Terugslagen kunnen dank-
zij de hierna beschreven voorzorgsmaatregelen vermeden worden:
M31169_Dual Saw_CS450_Manual_20210906_CP.indd 58
M31169_Dual Saw_CS450_Manual_20210906_CP.indd 58
ZO VERMIJDT U EEN TERUGSLAG
58
08.09.21 09:28
08.09.21 09:28